DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Beets, Nicolaas: Lucas van Leyden ornemanist
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0081
75
undisziplinierte Umrisse." De meer zuiver ornamentale prenten uit zijn
laatste jaren, toen hij renaissance-motieven verwerkte, heeten onder invloed
te staan van Dirk van Star (Vellert) en den monogrammist G. J. 1). Zoo
zou een van Lucas' mooiste prenten, de tusschen twee Chimaeren hur-
kende Mercurius (B 162) met weinig veranderingen ontleend zijn aan een
bij Bartsch (X, p. 154, n°. 18) beschreven prentje van »G. J." waarvan
zich een exemplaar te Bremen bevindt.
Wij kunnen, hoewel wij zeer geneigd zijn de waarheid er van aan te
nemen, deze laatste bewering op het oogenblik niet controleeren. Voor
drie andere van Lucas' ornament-prenten, alle drie 1527 gedateerd, meenen
Afb. 1. Afb. 2.
wij echter de voorbeelden gevonden te hebben, hetgeen misschien door
het vijftal hier gegeven reproducties begrijpelijk zal zijn.
De kleine hoogtevulling met de twee toegekeerde rondkoppige dol-
fijnen (afb. 1) wordt door Nagler in zijn Monogrammisten (IV, n°. 3513) en
door Bartsch (X, pag. 158, n°. 30) beschreven. De laatste noemt het monogram,
een omgekeerde R, niet; het is niet onmogelijk dat hij slechts de vrij slappe
tegenzijdige copie van het prentje kende, waarvan ik een exemplaar in
het Londensch prentenkabinet aantrof. Die copie toch mist het monogram.
Een om de persoon van den copiist en vooral om haar schilderachtige
1) Zie mijn identificatie van dien laatsten meester met Dirick Vellert in Onze
Kunst, December 1906. De volgende bewijzen voor de onzelfstandigheid als orne-
manist van Lucas worden gegeven ook om een daar afgelegde belofte na le komen.
undisziplinierte Umrisse." De meer zuiver ornamentale prenten uit zijn
laatste jaren, toen hij renaissance-motieven verwerkte, heeten onder invloed
te staan van Dirk van Star (Vellert) en den monogrammist G. J. 1). Zoo
zou een van Lucas' mooiste prenten, de tusschen twee Chimaeren hur-
kende Mercurius (B 162) met weinig veranderingen ontleend zijn aan een
bij Bartsch (X, p. 154, n°. 18) beschreven prentje van »G. J." waarvan
zich een exemplaar te Bremen bevindt.
Wij kunnen, hoewel wij zeer geneigd zijn de waarheid er van aan te
nemen, deze laatste bewering op het oogenblik niet controleeren. Voor
drie andere van Lucas' ornament-prenten, alle drie 1527 gedateerd, meenen
Afb. 1. Afb. 2.
wij echter de voorbeelden gevonden te hebben, hetgeen misschien door
het vijftal hier gegeven reproducties begrijpelijk zal zijn.
De kleine hoogtevulling met de twee toegekeerde rondkoppige dol-
fijnen (afb. 1) wordt door Nagler in zijn Monogrammisten (IV, n°. 3513) en
door Bartsch (X, pag. 158, n°. 30) beschreven. De laatste noemt het monogram,
een omgekeerde R, niet; het is niet onmogelijk dat hij slechts de vrij slappe
tegenzijdige copie van het prentje kende, waarvan ik een exemplaar in
het Londensch prentenkabinet aantrof. Die copie toch mist het monogram.
Een om de persoon van den copiist en vooral om haar schilderachtige
1) Zie mijn identificatie van dien laatsten meester met Dirick Vellert in Onze
Kunst, December 1906. De volgende bewijzen voor de onzelfstandigheid als orne-
manist van Lucas worden gegeven ook om een daar afgelegde belofte na le komen.