Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI issue:
Nr. 3-4
DOI article:
Six, Jan; Martin, Wilhelm: Rembrandt en Lastman
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0151

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
H5

de breedte van den tegenhanger van Backer (4 97) wijst op het ver-
loren gaan van iets meer (0.62) dan de copie van Lundens vordert. De
strook is op de Lnndens een tiende van de volle breedte. Een tiende van
de breedte van den Backer is 495, zelfs al telt men daarbij nog een centi-
meter of 6 die rechts verloren kunnen zijn, dan verkrijgt men niet geheel de
verlangde maat. Het middenstuk van Elias is een voet breeder (5.25) dan de
Backer, maar dit verklaart zich geredelijk uit de inrichting der betimmering
van de zaal, die aan de korte wanden een voet sprong kan hebben gehad.
Evenwel afdoende zijn zulke becijferingen niet, zoolang de maten dei-

zaal onbekend zijn en men de inrichting maar zeer oppervlakkig kent.

Het vraagstuk is dunkt mij uit diergelijke gegevens niet op te lossen,
althans niet opgelost. Het zal slechts benaderd kunnen worden door een
voortgezet onderzoek van Rembrandts wijze van samenstellen, zooals de
Heer Veth dat zoo terecht heeft aangegeven, slechts meer historisch op
te vatten. Daarbij mag men niet vergeten ook rekening te houden met
de groote afmetingen der schilderij. Onlangs heb ik gelegenheid gehad naar
aanleiding van Potters reuzenwerken daar iets over te zeggen x). Een zeer
sprekend voorbeeld is mij juist weer onder de oogen gekomen van Rubens.

Rubens heeft in een landschap van Brueghel een Christus als tuin-

I) Onze Kunst, 1907, blz. 17.
 
Annotationen