Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Vogelsang, Willem: Bijdrage over het oude Orgel uit de St. Vituskerk te Naarden
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0177

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i7i

gebrekkige taal een ornament van gothische traceeringen bedoelde, voorts
geprofileerd lijstwerk en late, dubbelgezwenkte spitsbogen.

Moeilijker wordt het bovenaan. Wel verrijzen hier boven alles uit
luchtige pinakels en gothieke open siertorentjes, maar aan hun voet zijn
grove ornamenten geplaatst, die men niet goed kan houden voor slecht
begrepen, d. w. z. door den teekenaar slecht weergegeven, vroeg-renaissance-
ornament. Het schijnen latere, zware acanthus-voluten te zijn, van het soort
dat goed past bij de bazuinende engelen, die het zeer barokke middelste
sierstuk met de klok flankeeren. Alleen de figuurtjes, die ten halven lijve
midden uit de ornamenten boven de zijdelingsche pijpen-bundels verschijnen,
behooren eer tot den

motieven-schat der
vroege renaissance, dan
tot de bestanddeelen
van het 18e eeuwsch
ornament. Duidelijk is
hier echter de teeke-
ning nietzn, alles saam-
genomen, kan men
toch zelfs die schijn-
baar gothieke onder-
deelen niet al te best
vertrouwen. Zoo dunkt
het ons eer waarschijn-
lijk, dat zoowel de
pinakeltorentjes als de

traceeringen in de
friesjes en naast de Tu-
dorboogjes, tot de late,
flauwe navolgingen der
Gothiek moeten ge-
rekend worden, die in de kerkelijke kunst steeds sporadisch blijft bestaan
en vooral in de eerste tientallen jaren der 19e eeuw weer iets meer
werd beoefend 1).

M. a. w. Het geheele orgel, dat ons in die teekening wordt afgebeeld,
kan 0. i. niet zijn het oude orgel, waarvoor oorspronkelijk het fraaie
snijwerk werd geleverd. Wel heeft men het er weer in gebruikt, maar, dat
gedeelten van een gesloopt en afgedankt instrument weer bij een volgend
te pas kwamen is niets bijzonders. Ook bij de verbouwingen en vernieuwingen

I) Ook in de 17e eeuw is de gothiek voor kerkelijk, zelfs voor Protestantsch
kerkelijk gebruik, niet uitgestorven. De zéér overschatte preekstoel van Vinkenbrinck
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, levert het bewijs hoe bij zulk een meubel de
gothische overlevering gevaarlijk voedsel gaf aan de renaissance.
 
Annotationen