172
van het orgel der Nicolaikerk te Utrecht lezen we. dat de oude stukken
voor het nieuwe »groote orgaen" ter beschikking gesteld werden. *)
Er blijft ons nu dus voorloopig niets anders over dan te gissen met
de stukken van het monument voor oogen en gesteund door de herinnering
aan andere orgels uit 't begin der 16e eeuw, die ons nog in hun geheel
bewaard bleven; b.v. de orgelkasten uit Scheemda en Harenkarspel in
's Rijksmuseum (westelijke Binnenplaats).
De bijgaande reproducties maken een nadere beschrijving overbodig.
De twee paneelen A en B (fig.2) zijn reeds door hun vorm aangewezen om,
in gebogen, geprofileerde lijsten
gevat — waarvoor de rand die
in de groef paste nog aanwezig
is — bovenaan te staan. (Zie
een soortgelijke oplossing aan de
deuren van het orgel te Scheemda).
Of het snijwerk aan buiten-
of binnenkant was aangebracht,
durven wij nu niet uitmaken. De
houding der vogels als schild-
dragers geeft daaromtrent geen
uitsluitsel, daar beide naar den-
zelfden kant gewend zijn. Boven-
dien is het geenszins zeker, dat,
zelfs al waren de koppen der
dieren naar verschillende kanten
gekeerd, de oorspronkelijke stand
door toewenden weer zou worden
verkregen. Het »elkaar aankijken"
van figuren is wel een moderne
eisch, gevolg gevend aan een
modern gevoel; maar middel-
eeuwsche voorbeelden bewijzen, dat men er vroeger niet altijd eender
over dacht.
Over 't algemeen lijkt het mij meer waarschijnlijk, dat het houtsnijwerk
den buitenkant bekleedde, waar het met.den gestoken buitenwand der tribune
overeenkwam. Het schilderwerk bleef binnenwerks beter bewaard en zette
bij feestelijke opening ook door de kleurenpracht grooteren luister bij
dan de alras stoffig geworden snijwerken.
De paneelen C en D zijn in verhouding en afmeting zeer verwant
aan A en B, doch wijken in dit opzicht geheel af van de 10 smalle
paneeltjes F tot O.
1) Vjjl. Jhr. J. C. M. van Riemsdijk. Het orgel van de Nicolaikerk te Utrecht; uit het
'rijdschrift der Ver. voor Noord-Nederlandsche muziekgeschiedenis. Deel II, 3e st, 1886.
Fig. 4. Proeve van reconstructie.
De bovenste paneelen : A B\ daaronder C D.
I )e Tribune-paneelen : F tot O; onderaan : P.
van het orgel der Nicolaikerk te Utrecht lezen we. dat de oude stukken
voor het nieuwe »groote orgaen" ter beschikking gesteld werden. *)
Er blijft ons nu dus voorloopig niets anders over dan te gissen met
de stukken van het monument voor oogen en gesteund door de herinnering
aan andere orgels uit 't begin der 16e eeuw, die ons nog in hun geheel
bewaard bleven; b.v. de orgelkasten uit Scheemda en Harenkarspel in
's Rijksmuseum (westelijke Binnenplaats).
De bijgaande reproducties maken een nadere beschrijving overbodig.
De twee paneelen A en B (fig.2) zijn reeds door hun vorm aangewezen om,
in gebogen, geprofileerde lijsten
gevat — waarvoor de rand die
in de groef paste nog aanwezig
is — bovenaan te staan. (Zie
een soortgelijke oplossing aan de
deuren van het orgel te Scheemda).
Of het snijwerk aan buiten-
of binnenkant was aangebracht,
durven wij nu niet uitmaken. De
houding der vogels als schild-
dragers geeft daaromtrent geen
uitsluitsel, daar beide naar den-
zelfden kant gewend zijn. Boven-
dien is het geenszins zeker, dat,
zelfs al waren de koppen der
dieren naar verschillende kanten
gekeerd, de oorspronkelijke stand
door toewenden weer zou worden
verkregen. Het »elkaar aankijken"
van figuren is wel een moderne
eisch, gevolg gevend aan een
modern gevoel; maar middel-
eeuwsche voorbeelden bewijzen, dat men er vroeger niet altijd eender
over dacht.
Over 't algemeen lijkt het mij meer waarschijnlijk, dat het houtsnijwerk
den buitenkant bekleedde, waar het met.den gestoken buitenwand der tribune
overeenkwam. Het schilderwerk bleef binnenwerks beter bewaard en zette
bij feestelijke opening ook door de kleurenpracht grooteren luister bij
dan de alras stoffig geworden snijwerken.
De paneelen C en D zijn in verhouding en afmeting zeer verwant
aan A en B, doch wijken in dit opzicht geheel af van de 10 smalle
paneeltjes F tot O.
1) Vjjl. Jhr. J. C. M. van Riemsdijk. Het orgel van de Nicolaikerk te Utrecht; uit het
'rijdschrift der Ver. voor Noord-Nederlandsche muziekgeschiedenis. Deel II, 3e st, 1886.
Fig. 4. Proeve van reconstructie.
De bovenste paneelen : A B\ daaronder C D.
I )e Tribune-paneelen : F tot O; onderaan : P.