DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:Boekbespreking
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0230
224
staande bebouwing slechts zeer weinig verband houdt met dien der stads-
gedeelten : juist in de oudste wijken, het centrum, hebben uiteraard de
meeste »Neubauten" plaats gehad en althans een der nu-oudste gebouwen,
de Hooglandsche kerk, staat in een betrekkelijk jonge stadsvergrooting.
Maar al ware dit anders, ik meen
~1 toch dat een stof als de hier behan-
delde, haar eigen indeelingseischen van
,jjf^ huis uit meebrengt. Wie een overzicht
van de monumenten eener stad wil
geven, dient uit te gaan van .... de
monumenten-zelf Hij heeft die dan
eerst te groepeeren naar hunne be-
stemming — die immers op hunne
uiterlijkheid den machtigsten invloed
oefende - en dan verder te rang-
schikken, niet chronologisch, maar
genetisch, d w. z in kunsthistorische
volgorde: naar de evolutie hunner
vormen.
Het verwondert te meer, dat deze
indeeling hier niet gevolgd werd,
omdat de Rijkscommissie voor de be-
schrijving der monumenten die, eenige
jaren geleden, voor ons land uitwerkte
(zie de bijlage van haar tweede jaar-
verslag), terwijl de beschrijvingen van
Oud-Zutten en Oud-Deventer haar ook
reeds vroeger hadden toegepast.
Bij de thans gevolgde inrichting
is eene geregelde lectuur van het boekje
wel wat vermoeiend en de kunst-
historicus vindt er, inplaats van ge-
ordend materiaal, een schat van ge-
gevens, welke hij eerst gebruiken kan,
na ze opnieuw ter plaatse bewerkt te
hebben.
Proeve van illustratie. Schachtenhof. Het valt te meer te betreuren, dat
de bewerkers zich op het verouderd
topografisch standpunt hebben geplaatst, omdat hun werk overigens alle
blijken draagt van met groote zorg en liefde te zijn verricht.
De beschrijvingen der gebouwen, hoewel in den regel tamelijk beknopt,
schijnen mij meestal duidelijk en goed. Zij betreffen bijna 500 gebouwen, en
nemen daarvan niet alleen het uiterlijke maar zeer dikwijls ook het inwendige
staande bebouwing slechts zeer weinig verband houdt met dien der stads-
gedeelten : juist in de oudste wijken, het centrum, hebben uiteraard de
meeste »Neubauten" plaats gehad en althans een der nu-oudste gebouwen,
de Hooglandsche kerk, staat in een betrekkelijk jonge stadsvergrooting.
Maar al ware dit anders, ik meen
~1 toch dat een stof als de hier behan-
delde, haar eigen indeelingseischen van
,jjf^ huis uit meebrengt. Wie een overzicht
van de monumenten eener stad wil
geven, dient uit te gaan van .... de
monumenten-zelf Hij heeft die dan
eerst te groepeeren naar hunne be-
stemming — die immers op hunne
uiterlijkheid den machtigsten invloed
oefende - en dan verder te rang-
schikken, niet chronologisch, maar
genetisch, d w. z in kunsthistorische
volgorde: naar de evolutie hunner
vormen.
Het verwondert te meer, dat deze
indeeling hier niet gevolgd werd,
omdat de Rijkscommissie voor de be-
schrijving der monumenten die, eenige
jaren geleden, voor ons land uitwerkte
(zie de bijlage van haar tweede jaar-
verslag), terwijl de beschrijvingen van
Oud-Zutten en Oud-Deventer haar ook
reeds vroeger hadden toegepast.
Bij de thans gevolgde inrichting
is eene geregelde lectuur van het boekje
wel wat vermoeiend en de kunst-
historicus vindt er, inplaats van ge-
ordend materiaal, een schat van ge-
gevens, welke hij eerst gebruiken kan,
na ze opnieuw ter plaatse bewerkt te
hebben.
Proeve van illustratie. Schachtenhof. Het valt te meer te betreuren, dat
de bewerkers zich op het verouderd
topografisch standpunt hebben geplaatst, omdat hun werk overigens alle
blijken draagt van met groote zorg en liefde te zijn verricht.
De beschrijvingen der gebouwen, hoewel in den regel tamelijk beknopt,
schijnen mij meestal duidelijk en goed. Zij betreffen bijna 500 gebouwen, en
nemen daarvan niet alleen het uiterlijke maar zeer dikwijls ook het inwendige