Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Muller, Samuel: Het koningshuis te Renen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0082

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
de Staten eene nieuwe memorie, waarin de condities, waarop Z. M. het gebouw verlangde te
koopen, werden genoemd. Op deze »iterative instantien” besloten de Staten (7 Mei) toe te
geven en het gebouw te laten taxeeren. Die taxatie bedroeg ƒ 10.000, en den 13en Mei werden
nu door Gedeputeerde Staten, op behagen der Staten, de gezamenlijke kloostergebouwen, in
de resolutie gespecificeerd, aan den koning verkocht. De condities waren bijzonder gunstig:
Z. M. verkreeg dit alles om niet, mits hij bij eventueelen verkoop der gebouwen de
10.000 gulden, waarop zij getaxeerd waren, aan de Staten zou voldoen 1 2). Den 3en Maart 1630
werd deze overeenkomst door de Staten geratificeerd 3).

Onmiddellijk is toen de bouw van het paleis begonnen. Eén blik op de afbeeldingen

daarvan bewijst, dat van
reparatie of verbouwing
van het klooster geen
sprake is geweest, maar dat
een geheel nieuw gebouw is
opgetrokken. Wie de archi-
tect geweest is, die het ont-
wierp, is onbekend; maar
dat het een Hollander
geweest is, bleek iederen
deskundigen bezoeker
dadelijk: nog in 1802

rapporteerde de Duitsche
architect, die met het op-
nemen van het gebouw
belast werd, dat »dieses
Haus fast alle nach hollan-
discher Art gebaut” was,
met balken en kinder-
balkjes onder de zolde-
ringen, terwijl »keine
anderen Blafones vorhanden” waren. Het werk vorderde snel: reeds den 10en Maart 1631 kon
de koning in eene memorie aan de Staten spreken van »de huysinge, sloth ende dependentien
van dien, tot Rhenen gecocht ende doen bouwen voor Syne Coe. Mats. commoditeyt, omme
aldaer somtijts van locht te veranderen nae tijt ende gelegentheyt” ö); toen was dus blijkbaar
het paleis reeds nagenoeg voltooid. Uit eene andere resolutie blijkt, dat de koning nader
ook de kommanderij en eenige andere kleine huizen, die westelijk aan het klooster grensden,
had aangekocht, zeker om plaats te vinden voor zijn tuin; terwijl volgens eene nog latere

De zijgevel van het Koningshuis in 1771.

Naar eene teekening van H. Hoogers in ’s Rijks Prentenkabinet.

1) Zie over dit alles: Resol. Gedep. Staten 14, 17, 22 April, 5, 7, 8, 12, 13, 15, 21 Mei 1629.

2) Resol. Staten van Utrecht 25 Febr., 3, 11, 17, 19 Maart 1630.

3) Resol. Staten 10, 16 Maart 1631.
 
Annotationen