Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Kalf, Jan: Verslad der commissie van advies betreffende de herstelling van het kasteel "Doorwerth"
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0096

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Oude afbeeldingen van het kasteel bleken deze meening te bevestigen. Pronk heeft
in 1731 in een zijner schetsboeken (in ’s-Rijks Prentenkabinet te Amsterdam) o. a. een
gezicht op het kasteel uit het noordwesten geteekend (afb. 3, vgl. afb. 5) en men ziet daarop
duidelijk, dat de noordelijke helft van het dak van den zuidelijken vleugel is doorgetrokken
over een langs den noordwand van dezen vleugel aanwezigen aanbouw: de gang. Een

zeventiende-eeuwsche gekleurde
teekening in de collectie Bodel
Nijenhuis te Leiden (afb. 4),
van ongeveer hetzelfde stand-
punt genomen, doet volkomen
hetzelfde zien.

In het bezit van deze aan-
wijzingen, brachten de onder-
geteekenden hun eerste bezoek
aan het kasteel, en konden
toen vaststellen, dat dit in
verschillende perioden is ge-
bouwd. Het zou hen te ver
voeren de geheele bouwge-
schiedenis hier inbijzonderheden
weer te geven. In verband met
hun opdracht is het trouwens
voldoende vast te stellen, dat het
oudste deel van het kasteel, mis-
schien nog dertiende-eeuwsch,
de oostelijke vleugel is, A ; dat
daarbij, vermoedelijk in de veer-
tiende eeuw, de noordelijke
vleugel, B, is aangebouwd, en
dat de zuidelijke vleugel in de
vijftiende en de zestiende eeuw
ontstond. Aan dezen laatsten
vleugel zijn nl. vier perioden
te onderscheiden. Aanvankelijk
werd alleen het aan den midden-
vleugel onmiddellijk grenzende deel, C, gebouwd, daarna het meer westelijk gelegene, D.
Beide, aanvankelijk ééne verdieping lager dan thans, zijn later verhoogd. Vermoedelijk gelijk-
tijdig met den bouw van D is de ronde traptoren, T, ontstaan; alles blijkbaar nog in de vijftiende
eeuw. Omstreeks het midden der zestiende eeuw eindelijk is de laatste vergrooting, E, van
den zuidelijken vleugel tot stand gekomen en tegelijk daarmede zijn de zijgevels en het

Afb. 2. Tegenwoordige toestand van het binnenplein.

(De hellende stand der muren is een fout van den fotograaf).

84
 
Annotationen