westelijk geveltopje van A tot hunne tegenwoordige gedaante gebracht. De poort stond er
toen vermoedelijk reeds :).
Nadat dit overzicht der ontwikkeling van het kasteel verkregen was, konden wij
opnieuw de vraag naar den bouwtijd van gang en portaal onder de oogen zien. De
muren, waartegen deze zijn aangebouwd, toonen allerlei sporen van veranderingen, die
reeds eenige inlichting gaven, maar er bleven toch nog verschillende vragen over, voor
welker beantwoording het ons noodig bleek op enkele plaatsen de bepleistering te doen
wegnemen en eenige fundamenten te doen ontgraven. Dit geschiedde, en wij konden
Afb. 3. De Doorwerth in 1731, gezien uit het noordwesten, naar een schets van Pronk.
toen, bij een tweede bezoek, ons eene voorstelling vormen van de wording van de
gang en het portaal.
III. NADER ONDERZOEK.
a. De gang. Alb. 6 geeft een nauwkeurig beeld van den noordwand van den
zuidelijken vleugel, waartegen de gang is aangebouwd. Door de cijfers I, II en III zijn
1) Wij vermoeden, dat oorspronkelijk aan den zuidkant bij de poort een gebouw heeft aan-
gesloten, overeenkomstig met dat, hetwelk vroeger aan den noordkant stond. Van den oostelijken muur
van dergelijk gebouw vonden wij de, met den oostwand der poort in verband gemetselde fundeering
terug (zie den plattegrond). Met de aansluiting van dit gebouw aan het latere vertrek, E, houden
wellicht verband de moeilijk te verklaren, als buitenwerk gevoegde, driehoekige plekken op den west-
hoek van den noordwand van E (aangegeven op afb. 6).
85
toen vermoedelijk reeds :).
Nadat dit overzicht der ontwikkeling van het kasteel verkregen was, konden wij
opnieuw de vraag naar den bouwtijd van gang en portaal onder de oogen zien. De
muren, waartegen deze zijn aangebouwd, toonen allerlei sporen van veranderingen, die
reeds eenige inlichting gaven, maar er bleven toch nog verschillende vragen over, voor
welker beantwoording het ons noodig bleek op enkele plaatsen de bepleistering te doen
wegnemen en eenige fundamenten te doen ontgraven. Dit geschiedde, en wij konden
Afb. 3. De Doorwerth in 1731, gezien uit het noordwesten, naar een schets van Pronk.
toen, bij een tweede bezoek, ons eene voorstelling vormen van de wording van de
gang en het portaal.
III. NADER ONDERZOEK.
a. De gang. Alb. 6 geeft een nauwkeurig beeld van den noordwand van den
zuidelijken vleugel, waartegen de gang is aangebouwd. Door de cijfers I, II en III zijn
1) Wij vermoeden, dat oorspronkelijk aan den zuidkant bij de poort een gebouw heeft aan-
gesloten, overeenkomstig met dat, hetwelk vroeger aan den noordkant stond. Van den oostelijken muur
van dergelijk gebouw vonden wij de, met den oostwand der poort in verband gemetselde fundeering
terug (zie den plattegrond). Met de aansluiting van dit gebouw aan het latere vertrek, E, houden
wellicht verband de moeilijk te verklaren, als buitenwerk gevoegde, driehoekige plekken op den west-
hoek van den noordwand van E (aangegeven op afb. 6).
85