DOI issue:
Nr. 2
DOI article:Kalf, Jan: Verslad der commissie van advies betreffende de herstelling van het kasteel "Doorwerth"
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0104
daarboven om, door den bouw van een
gebogen muurtje, symmetrie te verkrijgen
met den ouden traptoren.
Vermoedelijk was hij het ook, die
terzijde van deze doorgang, op de plaats
van een vroegere toegang tot de verdwenen
muurtrap, een nis liet maken voor een kluis.
Reeds vroeger was daar trouwens eene
verandering geschied, door het inmetselen
van een keldertrap ter vervanging der
oorspronkelijke.
IV. CONCLUSIES.
Met deze gegevens meenen wij Uwe
Vereeniging de voorlichting te hebben ver-
strekt, die zij wenschte.
De beantwoording der vraag welke
der beide voorgestelde herstellingswijzen,
die van Uwen architect, of die van de
heeren Dr. Cuypers en de Stuers, de voor-
keur verdient, verschilt naar gelang van het
standpunt, waarop men zich stelt.
Beziet men haar uit een aesthetisch
oogpunt, vraagt men op welke wijze het
kasteel als geheel, en inzonderheid de
binnenplaats, het fraaiste aanzien zullen ver-
krijgen, dan dient het denkbeeld van de
heeren Dr. Cuypers en de Stuers te worden
gevolgd, waardoor de leelijke nauwheid
van het binnenplein voor aangenamer ver-
houdingen zal plaats maken, en de karakter-
looze gangmuur en de wanstaltige vestibule
enz. zullen verdwijnen. Het valt niet te
ontkennen, dat deze deelen eenieder, die
door de poort binnenkomt, hoogst onaan-
genaam treffen en dat zij geheel in strijd
zijn met het karakter van een middeleeuwsch
kasteel. Van aesthetisch standpunt is het
behoud dezer onderdeelen, die de schoon-
heid van het geheel zóó zeer schaden, niet
93
gebogen muurtje, symmetrie te verkrijgen
met den ouden traptoren.
Vermoedelijk was hij het ook, die
terzijde van deze doorgang, op de plaats
van een vroegere toegang tot de verdwenen
muurtrap, een nis liet maken voor een kluis.
Reeds vroeger was daar trouwens eene
verandering geschied, door het inmetselen
van een keldertrap ter vervanging der
oorspronkelijke.
IV. CONCLUSIES.
Met deze gegevens meenen wij Uwe
Vereeniging de voorlichting te hebben ver-
strekt, die zij wenschte.
De beantwoording der vraag welke
der beide voorgestelde herstellingswijzen,
die van Uwen architect, of die van de
heeren Dr. Cuypers en de Stuers, de voor-
keur verdient, verschilt naar gelang van het
standpunt, waarop men zich stelt.
Beziet men haar uit een aesthetisch
oogpunt, vraagt men op welke wijze het
kasteel als geheel, en inzonderheid de
binnenplaats, het fraaiste aanzien zullen ver-
krijgen, dan dient het denkbeeld van de
heeren Dr. Cuypers en de Stuers te worden
gevolgd, waardoor de leelijke nauwheid
van het binnenplein voor aangenamer ver-
houdingen zal plaats maken, en de karakter-
looze gangmuur en de wanstaltige vestibule
enz. zullen verdwijnen. Het valt niet te
ontkennen, dat deze deelen eenieder, die
door de poort binnenkomt, hoogst onaan-
genaam treffen en dat zij geheel in strijd
zijn met het karakter van een middeleeuwsch
kasteel. Van aesthetisch standpunt is het
behoud dezer onderdeelen, die de schoon-
heid van het geheel zóó zeer schaden, niet
93