Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Bijlage
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0111

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
B. Als werken die mogelijk door Baron van Brakel zijn toegevoegd (hetgeen naar
ons oordeel nog niet overtuigend bewezen is) stippen wij aan:

I. Voorportaal en de Vestibule, waar de dubbele ingangsdeuren zijn geborgen.

Smaakvol is dit werk niet; maar het is niet bouwvallig en heelt de nuttige bestemming,

de deuren die nu naar binnen kunnen draaien tegen den regen te beschutten.

Wordt het geamoveerd, dan zullen deze naar buiten moeten draaien en aan regen
en wind zijn blootgesteld.

II. Door het vervangen van het bovenste muurgedeelte van de gang aan den midden-
vleugel, door een schuin dak, volgens de »moet” die nog aanwezig is, zou daar het verkeer
voor bezoekers tamelijk beperkt worden tot een scheve-smalle ruimte, waartegenover geen
groot aesthetisch voordeel is te verkrijgen, ook die muur is niet bouwvallig.

III. De trap in het halfrond van den ingangstoren doet weinig dienst, en verzwakt
dezen toren aanmerkelijk.

Het verdient dus aanbeveling deze dicht te metselen aan de torenzijde, die daardoor
sterker zal worden.

De hierbij overgelegde teekeningen mogen doen zien, dat wij verder geheel in den
geest van het overgelegde rapport reeds wenschten te arbeiden.

F. A. Hoefer, Voorzitter

E. W. van Heeckeren van Molecaten,

Secretaris

van de Vereeniging »de Doorwerth".

ANTWOORD OP SCHRIJVEN VAN 14 DECEMBER 1910 No. 3248 K. W. No. 6680.

Roermond, ’s-Gravenhage, 19 December 1910.

Aan zijne Excellentie den Minister van
Binnenlandsche Zaken te ’s Hage.

Gevolg gevende aan nevensvermelde missive hebben wij de eer UE. het navolgende
advies aan te bieden aangaande de missive van 5 December j.1. door den heer F. A. Hoefer
ingezonden, namens het bestuur van de Vereeniging »De Doorwerth”, doch niet ter
kennis van gemeld bestuur gekomen.

Punt II en III van ons rapport van 24 September j.1. worden beaamd.

Daarentegen meent de heer Hoefer dat wij ten onrechte sub I hebben aangeraden
de gang vestibule en voorportaal op den binnenhol te amoveeren.

Vooreerst betwist hij dat al deze deelen zouden toegevoegd zijn geworden door
Baron van Brakel gelijk wij schreven, en meent hij dat een gedeelte uit de achttiende
eeuw kan stammen. Wij zullen daarover niet twisten omdat, ook al mocht een gedeelte

100
 
Annotationen