Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 4.1911)

in afwijking van het dezerzijds aanvankelijk voorgestelde, de bedaking der gang zonder
onderbreking te doen aansluiten bij het dak van den zuidvleugel, gelijk ook vóór de

restauratie het geval was;

3°. dat ten aanzien der
op het binnenplein aan-
wezige aanbouwen aan den
wensch der adviseurs van
Z. E. gaarne gevolg zal
worden gegeven, voor zoo-
ver betreft de afbraak van
de vestibule en het voor-
portaaltje ;

43. dat het echter wen-
schelijk wordt geacht het
zeker van vóór 1700 dag-
teekenende oude portaal,
overeenkomstig het voor-
stel der deskundigen, te be-
houden, ook omdat daar-
door voorkomen wordt
de restauratie van eenen
muur, voor welks herstel-
ling in ouden toestand
voldoende gegevens ont-
breken, terwijl men daar-
door tevens ontkomt aan
de anders onvermijdelijke
verandering der hoofdtrap,
die de kosten der restau-
ratie noodeloos zou ver-
meerderen.

Toelichting. Deonder-
geteekende stelt zich voor
de bij dit voorstel eventueel
nog noodige toelichting
mondeling ter vergadering
te geven. Echter legt hij hierbij over eene teekening, waaruit gezien kan worden hoe
ongeveer het binnenplein zich zal voordoen, na afbraak van de vestibule en het voor-
portaaltje. Hij wenscht met nadruk te doen uitkomen, dat deze schets geenszins bedoeld

Binnenplein van de Doorwerth, na afbraak van vestibule en
voorportaaltje. Naar eene teekening van G. de Hoog Hzn.

102