DOI issue:
Nr. 3
DOI article:Hoefer, Frederic Adolph: Mededeelingen over de monumenten van Deventer
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0126
Landschapsmunt. — Behalve de Rijksmunt is in Deventer nog tijdelijk de Land-
schapsmunt gevestigd geweest. Zij was van Kampen overgebracht en na zes jaren binnen
Deventer geweest te zijn den 22en November 1625 weer naar Kampen verplaatst. Zij was
gevestigd in het Groote Gasthuis in de Smedenstraat. In Februari 1626 bood de munt-
meester Jan Wijntjes aan, het muntgereedschap, dat vast was, tegen billijke vergoeding
achter te laten 1 2).
Wiegedrukken 3). — Ten opzichte van de plaatsen in Nederland, waar de eerste
drukkerijen gevestigd waren, eischt Overijsel van de veertien drie voor zich op,
namelijk te Deventer, te Zwolle en te Hasselt. De drukkerij te Deventer had alleen
voorgangsters te Haarlem en te Utrecht. Deventer neemt de derde, Zwolle de vijfde
en Hasselt de zesde plaats naar volgorde der jaren in. De eerste drukkers waren te
Deventer Richard Paffraedt, Jacob van Breda
en Dirk van den Borne.
Bisdom Deventer. — Bij de oprichting
der nieuwe bisdommen werd Deventer in 1559
een bisschopszetel. De tweede bisschop Aegidius
de Monte, 1570—1577, werd den 29en Mei
1576 in de St. Lebuinuskerk te Deventer be-
graven 3). Zijn zilveren vergulde bisschopsstaf
bevindt zich ten huize van den bisschop
van Deventer van de Oud-Katholieken te
Rotterdam. Onder de beeldjes, die den staf
versieren, vindt men St. Lebuinus, voorts des
bisschops patroon, den heiligen Aegedius, en
o. a. St. Franciscus.
Handel en Hanzestad. — Den 5en Juni
1104 komt Deventer op de tollijst van
Coblentz reeds als tolschuldig voor. Ofschoon het onbekend is, het jaar 1241 wordt
wel eens genoemd, wanneer het tot de Flanze toetrad, wordt het in de recessen in
1285 al vermeld. In 1451 wordt het Hanzekantoor van Brugge naar Deventer over-
gebracht en later naar Utrecht. De handel der stad was zoo aanzienlijk, dat Lindebom4)
zegt, dat hij eens na Antwerpen de beroemdste Nederlandsche haven was; Van
1) »Catalogus van stukken, betreffende de Munt i. h. Dev. Archief”, blz. 69.
2) Zie J. W. Holtrop, »Monuments typographiques des Pays-Bas au quinzième siècle", 18b8,
A. M. Ledeboer, »Notices bibliographiques des livres imprimés avant 1525 conservés dans la bibliothèque
publique de Deventer”, 1867; Dr. M. E. Houck, »Iets over Deventer's oudste drukkers, Versl. en Meded.
Ver. t. b. v. Overijsselsch Regt en Geschiedenis”, XXIII, blz. 19 vlg.
3) Zie voor de terugvinding van zijn graf in de St. Lebuinuskerk »Overijss. Almanak”, 1843,
blz. 139 vlg.
4) »Historia sive Notitia Episcopatus Daventriensis”, 1870, blz. 52.
Het oudste stadszegel.
115
schapsmunt gevestigd geweest. Zij was van Kampen overgebracht en na zes jaren binnen
Deventer geweest te zijn den 22en November 1625 weer naar Kampen verplaatst. Zij was
gevestigd in het Groote Gasthuis in de Smedenstraat. In Februari 1626 bood de munt-
meester Jan Wijntjes aan, het muntgereedschap, dat vast was, tegen billijke vergoeding
achter te laten 1 2).
Wiegedrukken 3). — Ten opzichte van de plaatsen in Nederland, waar de eerste
drukkerijen gevestigd waren, eischt Overijsel van de veertien drie voor zich op,
namelijk te Deventer, te Zwolle en te Hasselt. De drukkerij te Deventer had alleen
voorgangsters te Haarlem en te Utrecht. Deventer neemt de derde, Zwolle de vijfde
en Hasselt de zesde plaats naar volgorde der jaren in. De eerste drukkers waren te
Deventer Richard Paffraedt, Jacob van Breda
en Dirk van den Borne.
Bisdom Deventer. — Bij de oprichting
der nieuwe bisdommen werd Deventer in 1559
een bisschopszetel. De tweede bisschop Aegidius
de Monte, 1570—1577, werd den 29en Mei
1576 in de St. Lebuinuskerk te Deventer be-
graven 3). Zijn zilveren vergulde bisschopsstaf
bevindt zich ten huize van den bisschop
van Deventer van de Oud-Katholieken te
Rotterdam. Onder de beeldjes, die den staf
versieren, vindt men St. Lebuinus, voorts des
bisschops patroon, den heiligen Aegedius, en
o. a. St. Franciscus.
Handel en Hanzestad. — Den 5en Juni
1104 komt Deventer op de tollijst van
Coblentz reeds als tolschuldig voor. Ofschoon het onbekend is, het jaar 1241 wordt
wel eens genoemd, wanneer het tot de Flanze toetrad, wordt het in de recessen in
1285 al vermeld. In 1451 wordt het Hanzekantoor van Brugge naar Deventer over-
gebracht en later naar Utrecht. De handel der stad was zoo aanzienlijk, dat Lindebom4)
zegt, dat hij eens na Antwerpen de beroemdste Nederlandsche haven was; Van
1) »Catalogus van stukken, betreffende de Munt i. h. Dev. Archief”, blz. 69.
2) Zie J. W. Holtrop, »Monuments typographiques des Pays-Bas au quinzième siècle", 18b8,
A. M. Ledeboer, »Notices bibliographiques des livres imprimés avant 1525 conservés dans la bibliothèque
publique de Deventer”, 1867; Dr. M. E. Houck, »Iets over Deventer's oudste drukkers, Versl. en Meded.
Ver. t. b. v. Overijsselsch Regt en Geschiedenis”, XXIII, blz. 19 vlg.
3) Zie voor de terugvinding van zijn graf in de St. Lebuinuskerk »Overijss. Almanak”, 1843,
blz. 139 vlg.
4) »Historia sive Notitia Episcopatus Daventriensis”, 1870, blz. 52.
Het oudste stadszegel.
115