DOI issue:
Nr. 3
DOI article:Hoefer, Frederic Adolph: Mededeelingen over de monumenten van Deventer
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0172
huis in 1571 herstelden en met eenige renten begiftigden. Oorspronkelijk waren het vier
afzonderlijke kleine woningen in de Pontsteeg, waar het plaatsje in deze steeg uitkomende
nog Keizersplas heet. De overbrenging vermeldt een steen in een der huisjes: »Naar
hier overgebracht. 1856.” Hierboven vermeld een steen uit de vorige stichting:
»Johan. Jordens. ende.
Peter. Jordens. als.
Provisoren, hebben,
dese. hvisen. laten,
timmeren. A°. 1.6.4.4.”
Het Pols-Armenhuis. — Het zoogenoemd Polshuis, in 1574 gefundeerd door
Roelof ter Pol en zijne huisvrouw Sophia, was bestemd voor arme vrouwen en stond
in de Bergstraat bij de Bergkerk. Het bleef in wezen tot 1675 toen de bewoonsters, zoo
het schijnt, naar andere gasthuizen werden overgebracht. In 1738 ging het gebouw in
handen van particulieren over -1).
Het krankzinnigengesticht. — Het bestaat uit twee afdeelingen: Het St. Elisabeths-
gasthuis in de Begijnenstraat en de Brinkgreve buiten de stad. Wanneer het eerste gesticht
is, is niet bekend, omdat de stichtingsbrief van het gasthuis verloren is, het bestond
echter in de 16de eeuw. Volgens de beschikbare gegevens werden er in 1577 voor het
eerst krankzinnigen in opgenomen. In 1839 hadden belangrijke verbouwingen plaats.
In 1843 werd tot uitbreiding het St. Jurriens gesticht aangekocht. In een nis in het
oudste gebouw staat een beeldje van de H. Elisabeth en het jaartal 1857, slaande op
een verbouwing. In de zaal voor de godsdienstoefeningen hangt een houten bord met
het later overgeschilderde opschrift:
«Gedenckct die Armen.
Heft op v herte all gelick
Anhoert Gods woert met vlijt
Doch aensiet met heften groet
Soe in dit gasthuis lijden noet
Die ellende krancksinnige openbaer
Van Godt bij ons geplant vorwar
Streckt wt u hant met hertë goet
Deilt se van uwe averfloet
Godt die v alles heft gegeven
Vergeldet v int ewige leven
Derch Christum zijné zoë certein
Die komt richtë groet en klein.
Mat. 25. Psal. 34.”
Sinds 1878 behoort de Brinkgreve tot het gesticht.
1) «Deventer Courant”, 14 September 1894.
161
afzonderlijke kleine woningen in de Pontsteeg, waar het plaatsje in deze steeg uitkomende
nog Keizersplas heet. De overbrenging vermeldt een steen in een der huisjes: »Naar
hier overgebracht. 1856.” Hierboven vermeld een steen uit de vorige stichting:
»Johan. Jordens. ende.
Peter. Jordens. als.
Provisoren, hebben,
dese. hvisen. laten,
timmeren. A°. 1.6.4.4.”
Het Pols-Armenhuis. — Het zoogenoemd Polshuis, in 1574 gefundeerd door
Roelof ter Pol en zijne huisvrouw Sophia, was bestemd voor arme vrouwen en stond
in de Bergstraat bij de Bergkerk. Het bleef in wezen tot 1675 toen de bewoonsters, zoo
het schijnt, naar andere gasthuizen werden overgebracht. In 1738 ging het gebouw in
handen van particulieren over -1).
Het krankzinnigengesticht. — Het bestaat uit twee afdeelingen: Het St. Elisabeths-
gasthuis in de Begijnenstraat en de Brinkgreve buiten de stad. Wanneer het eerste gesticht
is, is niet bekend, omdat de stichtingsbrief van het gasthuis verloren is, het bestond
echter in de 16de eeuw. Volgens de beschikbare gegevens werden er in 1577 voor het
eerst krankzinnigen in opgenomen. In 1839 hadden belangrijke verbouwingen plaats.
In 1843 werd tot uitbreiding het St. Jurriens gesticht aangekocht. In een nis in het
oudste gebouw staat een beeldje van de H. Elisabeth en het jaartal 1857, slaande op
een verbouwing. In de zaal voor de godsdienstoefeningen hangt een houten bord met
het later overgeschilderde opschrift:
«Gedenckct die Armen.
Heft op v herte all gelick
Anhoert Gods woert met vlijt
Doch aensiet met heften groet
Soe in dit gasthuis lijden noet
Die ellende krancksinnige openbaer
Van Godt bij ons geplant vorwar
Streckt wt u hant met hertë goet
Deilt se van uwe averfloet
Godt die v alles heft gegeven
Vergeldet v int ewige leven
Derch Christum zijné zoë certein
Die komt richtë groet en klein.
Mat. 25. Psal. 34.”
Sinds 1878 behoort de Brinkgreve tot het gesticht.
1) «Deventer Courant”, 14 September 1894.
161