DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:Gips, Bram: Aanwinsten van het Mauritshuis
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0202
aan den pols vernauwd. Het lichaam is grootendeels bekleed met een wijden mantel, die
als de klassieke toga over den linkerschouder is geplooid.
De drapeering van deze figuur, met ruime plooien, toch weer sober en eenvoudig
gehouden, in groote lijnen van den schouder en arm
afhangend, is ongemeen fraai.
Fig. III. Apostelbeeld (St. Andraeas).
Het langgelokte hoofd is naar rechts gewend. Het
lichaam rust op het rechterbeen. De rechterarm, als bij
fig. I, gebogen vóór het lichaam; de linker omvatte het
kruis. De kleeding als bij fig. I, een lange tunica met
wijde mouw sluitend aan den pols. Over den linkerschouder
is een mantel gedrapeerd, die als de toga den rechter-
schouder vrij laat.
De linkerhand, twee armen van het kruis en een
deel der rechterhand ontbreken. De drapeering herinnert
aan die van fig. I, is minder diep van plooienval en omsluit
in sobere lijnen de goed geproportionneerde gestalte.
Fig. I, III en IX zijn het meest pittoresk van
stand en drapeering en doen reeds de nadering der
XVlde eeuw voorgevoelen.
Fig. IV. St. Maarten.
Deze rijzige figuur — de grootste der serie — is,
rustend op het linkerbeen met vooruitgeschoven rechter-
voet, gesteld. Het hoofd, voorover neigend, iets naar rechts
gewend. Beide armen aangesloten. De rechterhand houdt
een slip van het afhangend kleed, dat de halfnaakte bedelaar
met de linkerhand vastgrijpt en kust. Deze is geknield en
ondersteunt zich met een kruk onder den linkeroksel.
De kleeding bestaat uit de alba, waarover de
dalmatica en pluviaal, aan den hals met een groote
agraaf gesloten. Het hoofd is gedekt met een grooten,
met edelsteenen versierden mijter, als fig. X.
De neus, de linkerhand van den heilige, een deel
van het gewaad, de linkerarm van den bedelaar en diens
kruk, benevens zijn voeten, ontbreken.
De groep is één der fraaiste der serie, de houding
waardig, de gelaatsuitdrukking zeer karakteristiek die van
drapeering sober, de bedelaar vol devotie.
Fig. V. St. Stephanus.
De stand vertoont overeenkomst met dien van Fig. VIII. Het
den geestelijken hoeder,
de
hoofd met korte
13
191
als de klassieke toga over den linkerschouder is geplooid.
De drapeering van deze figuur, met ruime plooien, toch weer sober en eenvoudig
gehouden, in groote lijnen van den schouder en arm
afhangend, is ongemeen fraai.
Fig. III. Apostelbeeld (St. Andraeas).
Het langgelokte hoofd is naar rechts gewend. Het
lichaam rust op het rechterbeen. De rechterarm, als bij
fig. I, gebogen vóór het lichaam; de linker omvatte het
kruis. De kleeding als bij fig. I, een lange tunica met
wijde mouw sluitend aan den pols. Over den linkerschouder
is een mantel gedrapeerd, die als de toga den rechter-
schouder vrij laat.
De linkerhand, twee armen van het kruis en een
deel der rechterhand ontbreken. De drapeering herinnert
aan die van fig. I, is minder diep van plooienval en omsluit
in sobere lijnen de goed geproportionneerde gestalte.
Fig. I, III en IX zijn het meest pittoresk van
stand en drapeering en doen reeds de nadering der
XVlde eeuw voorgevoelen.
Fig. IV. St. Maarten.
Deze rijzige figuur — de grootste der serie — is,
rustend op het linkerbeen met vooruitgeschoven rechter-
voet, gesteld. Het hoofd, voorover neigend, iets naar rechts
gewend. Beide armen aangesloten. De rechterhand houdt
een slip van het afhangend kleed, dat de halfnaakte bedelaar
met de linkerhand vastgrijpt en kust. Deze is geknield en
ondersteunt zich met een kruk onder den linkeroksel.
De kleeding bestaat uit de alba, waarover de
dalmatica en pluviaal, aan den hals met een groote
agraaf gesloten. Het hoofd is gedekt met een grooten,
met edelsteenen versierden mijter, als fig. X.
De neus, de linkerhand van den heilige, een deel
van het gewaad, de linkerarm van den bedelaar en diens
kruk, benevens zijn voeten, ontbreken.
De groep is één der fraaiste der serie, de houding
waardig, de gelaatsuitdrukking zeer karakteristiek die van
drapeering sober, de bedelaar vol devotie.
Fig. V. St. Stephanus.
De stand vertoont overeenkomst met dien van Fig. VIII. Het
den geestelijken hoeder,
de
hoofd met korte
13
191