Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Portheine, H.: Het graf, de graftombe en het beeld onder den baldakijn van hertog Karel van Egmond in de St. Eusebius of Groote kerk te Arnhem, [4]
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0239

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
lang 43 c.M. en hoog 36 c.M. Door deze opening is na 1805 en vermoedelijk tijdens de
restauratie van het inwendige der kerk in 1895 de looden kist zeer waarschijnlijk geroofd!

Tegen de wanden en het gewelf is een zwart kruis geschilderd ter grootte van
52 c.M., waarvan door middel van calqueerpapier, eene nauwkeurige afbeelding werd
gemaakt en eene foto hierbij is gevoegd. Aan den westelijken wand is het kruis zuidwaarts
van het muurtje, dat de ingang van den kelder afsluit.

De gelijkarmige kruisen eindigen in Fransche lelies. Volgens het Beknopt kerkelijk
Handwoordenboek van Pater Nieuwbarn O. P. is dit vermoedelijk het bloeiend, Fransch
leliekruis, ook wel het gothische rozenkruis genoemd, al zijn dan de uiteinden der armen
anders dan daar is opgegeven. Door het snijpunt der armen gaat een kleiner Andreaskruis.
Op de armen van het staande zoowel als van het Andreaskruis, zijn drie dwarsbalkjes,
ongeveer als bij de pauselijke kruisen. Een der Geldersche graven nl. Hendrik, zegelde

in 1177 met een kruis met drie dwarsarmen.
Het patriarchale kruis telt twee dwarsarmen.

Nadat de vloer was schoongemaakt, bleek
deze te bestaan uit roode estrikken van 16
bij 16 c.M. in het vierkant.

Op de ijzeren staven, waarop oorspronkelijk
de overblijfselen van den Hertog in een looden
kist met het reeds vroeger medegedeelde op-
schrift in den bodem -1) waren geplaatst, zijn
nu enkele nieuwe ijzers, ter bescherming tegen
vocht, in de lengte van den kelder zoodanig
gelegd, dat het kistje met het hart van den
hertog weder in den zuidoosthoek van den
kelder en het kistje met de doodsbeenderen,
enz. daarnaast kon worden geplaatst.

Al is dus de graftombe 3.05 M. in oostelijke richting verplaatst, zij staat evenwel
nog gedeeltelijk boven den grafkelder, terwijl het hart en de beenderen nog onder den
zuidwesthoek van de graftombe zijn gekomen.

Het dichtsoldeeren der twee looden kistjes geschiedde, nadat de aanwezigen zich
van den inhoud hadden overtuigd, in tegenwoordigheid van Kerkvoogden, leden van de
Commissie tot restauratie der kerk, onder wie de Commissaris der Koningin Jhr. S. van Citters
en vele belangstellenden, onder wie Jhr. Victor de Stuers, het Bestuur van het Arnhemsch
Genootschap van Oudheidkunde, enz.

Van een en ander werd de navolgende acte op perkament opgemaakt en door de
aanwezige kerkvoogden, Mr. E. G. C. Scheidius, Jhr. L. J. van Teijlingen, Mr. J. S. Rooijaards,

1) Dit luidde: ANNO : DNI : MD38 : IVNII : DIE : 30 : NOCTIS : HO : II : OBIIT : CHAROLVS
DVX : GELDRIE : HIC : SEPVLTVS : MAGNIFICENTISSIMVS.

228
 
Annotationen