Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Hoefer, Frederic Adolph: Verlag van de handelingen van de samenkomst van de vereenigingen voor "Denkmalpflege" en "Heimatschutz" in Salzburg op 13 tot 16 September 1911
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0287

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
landschap, van elke plaats en vormt telkens iets op ziek zelf staand. Zij werkt eensdeels
behoudend, voor het reeds bestaande, anderendeels ontwikkelend voor het nieuwe in de
lijn van het bestaande plaatselijk schoon.

In het laatste punt ligt hoofdzakelijk het onderscheid tusschen plaatsbescherming
en monumentenzorg. Volgens de hedendaagsche organisatie zijn beide gescheiden. De
»Zentralkommission für Denkmalpflege” behoort bij het Ministerie van Onderwijs,
terwijl de plaatsbescherming, met uitzondering van de volksmuziek en het volkslied, bij
het Ministerie voor Publieke werken en daar met het «Atelier für Hochbau” verbonden
is. Daarop bespreekt hij de grondbeginselen, maar vooral de werking van de verschillende
besturen voor plaatsbescherming in Oostenrijk.

Het behoud van het Plaatselijk beeld vergt de revisie van bestaande, karakterlooze
bouwplannen tot uitbreiding; het onderzoek van spoorwegontwerpen en het bestrijden van
het schenden door reclames.

De verdere ontwikkeling van het Plaatselijk beeld behoort tot de wezenlijke taak
van de plaatsbescherming. Ook de particulier, die aan de straat bouwt, betreed er mede
de publieke straat en moet zich daarom aan de eischen, die de straat stelt, onderwerpen.
Dit is noodig met het oog op het gemis aan beschaving, dat de nieuwe gebouwen
vertegenwoordigen. Daarna spreekt hij over de verhouding van plaatsbescherming tot de
historische en tegenwoordige kunst. In Oostenrijk geldt bij de «Zentralkommission” en
bij het Ministerie van Arbeid de grondregel, dat copiën van stijl niet toegelaten worden,
dat nieuwe en aangebouwde gebouwen zich aan de omgeving vooral zooveel mogelijk
moeten aanpassen, dat de plaatselijke bouwwijze moet geëerbiedigd worden, maar dat
men voor het overige geheel vrij is. Aan voorschriften, die bij nieuwe gebouwen in
steden voor sommige straten slechts de stijl van hare oude huizen zou toelaten, wordt in
Oostenrijk niet gedacht. De plaatsbescherming vormt geen tegenstelling met de moderne
kunst, integendeel heeft zij met haar vele punten van aanraking.

Opdat het plaatselijk karakter voor de toekomst waardig en voortschrijdend ver-
zekerd blijft, moeten de stadsingenieurs en de landelijke bouwmeesters behoorlijk opgeleid
worden. Wat tot heden in Oostenrijk bereikt werd op het gebied van monumentenzorg
en plaatsbescherming geschiedde zonder een wet voor bescherming van monumenten, die
thans echter spoedig in behandeling zal komen en waarbij het alleen te betreuren is, dat
zij zoo weinig rekening houdt met de wenken der plaatsbescherming, reden waarom hij
het noodig zou vinden een speciale wet in het leven te roepen ter bescherming van het
landschap tegen schending.

Om aan de eischen van plaatsbescherming te kunnen voldoen zullen de meeste
bouwverordeningen in Oostenrijk grondig omgewerkt moeten worden.

Nog belangrijker dan de wettelijke maatregelen is de volksopvoeding voor de
plaatsbescherming. De bevolking moet hierbij ook overtuigd worden van de materieele
voordeelen van plaatsbescherming. Hier opent zich een veld voor de vereenigingen voor
Vreemdelingenverkeer.

276
 
Annotationen