DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Hoefer, Frederic Adolph: Mededeelingen omtrent de zorg voor de monumenten in Oostenrijk
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0294
en zorg voor monumenten en plaatsbescherming bekend zijn. Bij hunne keuze wordt
voor de verschillende landen rekening gehouden met het aantal inwoners en de belang-
rijkheid der daar aanwezige monumenten.
Aan den raad, die ten minste eenmaal per jaar door den voorzitter wordt opge-
roepen ter bespreking van principieele vraagstukken op het gebied van monumentenzorg,
moeten de belangrijkste verrichtingen van de Centrale Commissie medegedeeld worden.
Uit dezen raad kunnen door den voorzitter commissiën van advies voor één of
meerdere vraagstukken benoemd worden.
De voorzitter heeft het recht het oordeel van de leden te vragen over bepaalde
vraagstukken van monumentenzorg. De leden zijn verplicht in dit geval hun zienswijze
ten spoedigste kenbaar te maken. De leden zelf hebben het recht ten allen tijde aan den
voorzitter voorstellen te doen. Zij zijn verplicht, vernemende, dat hetzij op hunne woon-
plaats of daarbuiten het optreden der »Zentral Kommission” noodig is, hiervan mede-
deeling te doen aan den voorzitter of aan de »Landeskonservatoren”.
Het »Staatsdenkmalamt” is samengesteld uit kunsthistorisch gevormde, technische
en rechtskundige rijksambtenaren en verder uit tegen vergoeding werkzame kunsthistorische
en technische »Generalkonservatoren”.
Voor elk land of gebied wordt één kunsthistorisch en één technisch »Landes-
konservator” als rijksambtenaar benoemd.
Hunne benoeming heeft plaats door den Minister »für Kultus und Unterricht” op
voordracht van den voorzitter na goedkeuring door den protector.
Bovendien kunnen architecten, technici, kunstenaars enz. met toestemming van den
protector tot raadgevers van de »Zentralkommission’’ benoemd worden, aan wien tegen
vergoeding het onderzoek of de leiding van bijzonder belangrijke werken kan opge-
dragen worden.
Aan het »Staatsdenkmalamt” en aan de »Landeskonservatoren” wordt vanwege
den Minister »für Kultus und Unterricht” het noodige personeel toegevoegd, dat behalve
voor gewone bureauwerkzaamheden, het rekenplichtig beheer en ook voor de praktische
monumentenzorg — photographie, photogrammetrie, schilderij herstelling enz. — berekend is.
De rekenplichtige ambtenaar is voor de ontvangsten, bewaring der gelden, alsmede
voor den inventaris van het bureau verantwoordelijk aan het Ministerie »für Kultus und
Unterricht”.
Het aantal ambtenaren en functionarissen en hunne volgorde in de ranglijsten,
alsmede het bepalen van hunne tractementen en vergoedingen worden op voorstel van
den voorzitter, gehoord den protector, door den Minister »für Kultus und Unterricht”
bepaald. Aan de y>Landeskonservatoreri' is krachtens hunne instructie, goedgekeurd door
het Ministerie »für Kultus und Unterricht”, opgedragen de zorg voor de monumenten
binnen het hun aangewezen gebied en vooral de ambtelijke inventarisatie van de monu-
menten voor administratieve doeleinden.
De oudste in rang van de beide »Landeskonservatoren” vertegenwoordigt de
283
voor de verschillende landen rekening gehouden met het aantal inwoners en de belang-
rijkheid der daar aanwezige monumenten.
Aan den raad, die ten minste eenmaal per jaar door den voorzitter wordt opge-
roepen ter bespreking van principieele vraagstukken op het gebied van monumentenzorg,
moeten de belangrijkste verrichtingen van de Centrale Commissie medegedeeld worden.
Uit dezen raad kunnen door den voorzitter commissiën van advies voor één of
meerdere vraagstukken benoemd worden.
De voorzitter heeft het recht het oordeel van de leden te vragen over bepaalde
vraagstukken van monumentenzorg. De leden zijn verplicht in dit geval hun zienswijze
ten spoedigste kenbaar te maken. De leden zelf hebben het recht ten allen tijde aan den
voorzitter voorstellen te doen. Zij zijn verplicht, vernemende, dat hetzij op hunne woon-
plaats of daarbuiten het optreden der »Zentral Kommission” noodig is, hiervan mede-
deeling te doen aan den voorzitter of aan de »Landeskonservatoren”.
Het »Staatsdenkmalamt” is samengesteld uit kunsthistorisch gevormde, technische
en rechtskundige rijksambtenaren en verder uit tegen vergoeding werkzame kunsthistorische
en technische »Generalkonservatoren”.
Voor elk land of gebied wordt één kunsthistorisch en één technisch »Landes-
konservator” als rijksambtenaar benoemd.
Hunne benoeming heeft plaats door den Minister »für Kultus und Unterricht” op
voordracht van den voorzitter na goedkeuring door den protector.
Bovendien kunnen architecten, technici, kunstenaars enz. met toestemming van den
protector tot raadgevers van de »Zentralkommission’’ benoemd worden, aan wien tegen
vergoeding het onderzoek of de leiding van bijzonder belangrijke werken kan opge-
dragen worden.
Aan het »Staatsdenkmalamt” en aan de »Landeskonservatoren” wordt vanwege
den Minister »für Kultus und Unterricht” het noodige personeel toegevoegd, dat behalve
voor gewone bureauwerkzaamheden, het rekenplichtig beheer en ook voor de praktische
monumentenzorg — photographie, photogrammetrie, schilderij herstelling enz. — berekend is.
De rekenplichtige ambtenaar is voor de ontvangsten, bewaring der gelden, alsmede
voor den inventaris van het bureau verantwoordelijk aan het Ministerie »für Kultus und
Unterricht”.
Het aantal ambtenaren en functionarissen en hunne volgorde in de ranglijsten,
alsmede het bepalen van hunne tractementen en vergoedingen worden op voorstel van
den voorzitter, gehoord den protector, door den Minister »für Kultus und Unterricht”
bepaald. Aan de y>Landeskonservatoreri' is krachtens hunne instructie, goedgekeurd door
het Ministerie »für Kultus und Unterricht”, opgedragen de zorg voor de monumenten
binnen het hun aangewezen gebied en vooral de ambtelijke inventarisatie van de monu-
menten voor administratieve doeleinden.
De oudste in rang van de beide »Landeskonservatoren” vertegenwoordigt de
283