Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Neys, Horace: Tentoonstelling van grieksche en romensche kunstnijverheid in Rotterdam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0331

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
voorwerpen, welke overigens meestal dezelfde vormen hebben als die op anderen
Europeeschen bodem gevonden, is hier aanwezig.

Uit den zoogenaamden Mykeenschen tijd stammen de dikwijls wonderlijke, dikwijls
elegante vazen en schalen, welke na het te gronde gaan dezer hoogstaande kuituur, in
uithoeken der Aegaeische wereld, in verbasterden vorm blijven voortbestaan. Hieraan
sluiten zich, naast de geometrische soorten, de aziatische-orientaalsche met rijke en vrije
dier- en plantversieringen aan. In het eigenlijke Griekenland is het Korinthe, dat, naast
Attika, de hoofdrol speelt en zijne fabriekswaren tot verre buiten de grenzen van zijn

gebied exporteert.

De aryballos (7de eeuw
v. Chr.), in afb. 1 weder-
gegeven, heeft als versiering
een zwaan tusschen eene
mannelijke en vrouwelijke
sirene. Nog zonder indivi-
dueele, ja in het
zonder beweging, staan
beide mensch-vogels als op
een wapenschild tegenover
elkander-. De zwaan tusschen
beide in herinnert nog dui-
delijk aan de vogels uit de
voorafgaande geometrische
periode. Ook de rosetten,
welke zonder oordeel, en
slechts om de ledig gebleven
ruimte te vullen — een echte
horror vacui — aangebracht
zijn, moeten als overblijfsels
van een vroeger versierings-
principe beschouwd worden.
De vorm van het fleschje is
zwaar, maar is tot in den bloeitijd der Grieksche keramiek, wel wat slanker, in hoofdzaak
echter dezelfde, bijbehouden. Het praktische gebruik dezer zalffleschjes vereischte bij
eene breede monding eene spherischen vorm voor de betere conservatie van den inhoud.
Op de gewone voorstellingswijze, welke zich de sirene als vrouwelijk wezen dacht, maakt
een der beide figuren eene uitzondering; ook de kroon, welke beide op het hoofd
dragen, komt niet veelvuldig voor; zij is een attribuut der onderaardsche godheden;
als zoodanig draagt haar ook Kora (afb. 2).

In deze terracotta, welke ongeveer uit het midden der 5de eeuw v. Chr. stamt,

Afb. 3. Bikkelend meisje.

320
 
Annotationen