Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 4.1911)

ook in ons land vele voorwerpen uitgegraven, welke ervan getuigen, dat tegelijktijdig
met de Romeinsche soldaten ook hunne handwerkers naar de veroverde landen trokken.
Daarbij komt nog, dat het verkeer overland door den aanleg van uitstekende wegen
zeer toenam, terwijl de behoeften der in Rome verwende Romeinen een drukken export-
handel in het leven riepen. Zoo is het volstrekt niet juist, aan te nemen, dat gevonden
voorwerpen op de plaats zelf vervaardigd zijn. Integendeel, wanneer de goede afwerking
en de smaak opvallen, waarmede het gevondene vervaardigd is, ligt het voor de hand,

Afb. 6. Medusakop.

dat er slechts van invoer uit meer beschaafde Romeinsche landen sprake kan zijn. Zoo
is het bronzen Medusarelief (afb. 6) zeker niet gedreven in Blerik (bij Venlo), waar het,
tezamen met stukken paardentuig, werd gevonden. Het is te dateeren op ongeveer 100 v. Chr.

Deze kop is een virtuosenstuk, wat de techniek betreft; het geheel is uit een dunne
bronzen plaat gedreven, wat van eene buitengewone vaardigheid getuigt. Waartoe dit stuk
gediend heeft, daarover bestaat geene zekerheid. Men heeft aan een strijdwagenbeslag gedacht,
maar daarvoor steekt de Medusakop te veel naar voren. Zoolang eene betere verklaring
niet te vinden is, blijft het het meest waarschijnlijk, dat wij hier te doen hebben met

323