Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 9.1916)

Beschouwt men de serie afbeeldingen als geheel, dan treft het ons, hoe aan het
belangrijkste gebouw van Rotterdam, de Groote kerk, alleen een gezicht op het koor en
eene afbeelding van den toren is gewijd,
terwijl in de serie wel plaats is ingeruimd voor
eenige meer artistieke hoekjes zonder veel
bouwkundig belang. Zelfs is aan den toren van
de hagelgieterij uit 1825 de eereplaats op den
titel niet onthouden, waarop deze als teekening
eenig recht kan doen gelden, doch allerminst
wegens het belang van dezen bouw voor de
Oude Huizen te Rotterdam. Ook de volgorde,
waarin de teekeningen zijn geplaatst en waarbij
de tekst van Dr. Wiersum zich aansluit, acht ik
minder gelukkig. Men had de keuze tusschen
eene chronologisch-systematische indeeling en
eene topographische. Aan de eerstgenoemde
zoude ik voor dit werk de voorkeur gegeven
hebben, doch daartegenover valt niet te ont-
kennen, dat aan de laatstgenoemde eenige voor-
deelen verbonden zijn voor hen, die aan de
hand van het boek naar de gebouwen zelf
willen zoeken. Dan dient echter de topogra-
phische indeeling ook met meer strengheid
doorgevoerd te worden, dan hier is geschied,
en dan mag het toch zeker wel een niet te
groot desideratum geacht worden, dat althans
de index alphabetisch worde saamgesteld.

Van den bij de afbeeldingen gevoegden
tekst is het door den bekwamen stads-archivaris
geleverde gedeelte ongetwijfeld verreweg het
belangrijkste. Bij elk afgebeeld perceel worden
door hem eenige bijzonderheden vermeld,
grootendeels ontleend aan de transportregisters
der huizen. De hieruit getrokken conclusies
aangaande den waarschijnlijken tijd van den
bouw zijn echter met eenige voorzichtigheid
te raadplegen. Enkele malen waarschuwt de
schrijver zelf hiervoor, doch daarnaast vindt men ook alleen op grond van belangrijke
verschillen in de koopsom eene conclusie getrokken, die niet geheel schijnt overeen te

55