DOI Heft:
[Nr.1]
DOI Artikel:Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0073
Zwalmen. — De »Limb. Koerier” meldt, dat het merkwaardige 13de-eeuwsche kerkje
van den H. Dionysius, in het rectoraat A.sselt, in verregaanden staat van verval verkeert.
Er schijnen plannen te bestaan om het te verbouwen en te vergrooten, en men vreest
dat dit, tenzij tijdig ingegrepen wordt, zonder piëteit gebeuren zal.
Zwolle. — Het ontwerp tot herstel van het Reventer (zie vorig Bulletin) sloot in :
afbraak van de Armenkamer er naast. De kerkvoogdij en het bestuur der Vereen,
t. beoef. v. Overijs. recht en geschied., zijn hiertegen evenwel opgekomen.
De architectonische waarde van het gebouwtje is gering. Er wordt echter op
gewezen, dat het stadsgezicht zou lijden, als hier een smalle gang ontstond.
Wet op de opgravingen in Pruisen. — Pruisen, dat tot nog toe geen monumentenwet
heeft, moest ook zijn »Altertumsfunde”, zoo goed en zoo kwaad als het ging, beschermen
langs den weg van ministerieele aanschrijvingen enz., die evenwel de op particulier gebied
gevonden voorwerpen niet konden treffen. Hierin is nu verandering gekomen. Er is kort
voor het begin van den oorlog een wet op de opgravingen tot stand gekomen, die nog
slechts wacht op eenige uitvoeringsbepalingen.
De wet strekt zich uit over voorwerpen van belang niet alleen voor de geschiedenis
der beschaving, maar ook voor de oergeschiedenis van mensch, dier en plant. Voor elke
opgraving wordt goedkeuring van den gewestelijken gouverneur vereischt. De ontdekking
van een voorwerp »von erheblicher Bedeutung” moet binnen 24 uur aan de politie
medegedeeld worden.
Staat, provincie, district, gemeente enz. kunnen uitlevering van het gevondene
verlangen, tenzij zij drie maanden na de kennisgeving hebben laten verstrijken. Als
beginsel van schadevergoeding geldt «Ersatz des gemeinen Wertes”, waarbij echter geen
rekening gehouden wordt met den in het buitenland te maken prijs.
De Heer G. van Kakken verzocht ons plaatsing van onderstaand ingezonden stuk,
opgenomen in de »N. R. Ct.” van 18 Januari 1.1. (Avondbl. A.):
Oude grafzerken te Franeker.
Volgens de commissie van advies besluit het verslag betreffende het opstellen van
grafzerken, dat het kerkbestuur te Franeker goed gezien heeft, toen het besloot, bij de
restauratie der kerk de fraaie, rijk gebeeldhouwde grafzerken tegen den binnenmuur te
plaatsen.
In hetzelfde openbare rapport, door verschillende couranten gedeeltelijk overgenomen,
komt ook de volgende zinsnede: Tegenover de door den heer Van Kakken afgelegde
verklaring, staat die van den koster der kerk, die nimmer eenig afvallend gruis van de
zerken heeft kunnen constateeren.
De oud-burgemeester van Franekeradeel, de heer A. Draisma de Vries, thans
61
van den H. Dionysius, in het rectoraat A.sselt, in verregaanden staat van verval verkeert.
Er schijnen plannen te bestaan om het te verbouwen en te vergrooten, en men vreest
dat dit, tenzij tijdig ingegrepen wordt, zonder piëteit gebeuren zal.
Zwolle. — Het ontwerp tot herstel van het Reventer (zie vorig Bulletin) sloot in :
afbraak van de Armenkamer er naast. De kerkvoogdij en het bestuur der Vereen,
t. beoef. v. Overijs. recht en geschied., zijn hiertegen evenwel opgekomen.
De architectonische waarde van het gebouwtje is gering. Er wordt echter op
gewezen, dat het stadsgezicht zou lijden, als hier een smalle gang ontstond.
Wet op de opgravingen in Pruisen. — Pruisen, dat tot nog toe geen monumentenwet
heeft, moest ook zijn »Altertumsfunde”, zoo goed en zoo kwaad als het ging, beschermen
langs den weg van ministerieele aanschrijvingen enz., die evenwel de op particulier gebied
gevonden voorwerpen niet konden treffen. Hierin is nu verandering gekomen. Er is kort
voor het begin van den oorlog een wet op de opgravingen tot stand gekomen, die nog
slechts wacht op eenige uitvoeringsbepalingen.
De wet strekt zich uit over voorwerpen van belang niet alleen voor de geschiedenis
der beschaving, maar ook voor de oergeschiedenis van mensch, dier en plant. Voor elke
opgraving wordt goedkeuring van den gewestelijken gouverneur vereischt. De ontdekking
van een voorwerp »von erheblicher Bedeutung” moet binnen 24 uur aan de politie
medegedeeld worden.
Staat, provincie, district, gemeente enz. kunnen uitlevering van het gevondene
verlangen, tenzij zij drie maanden na de kennisgeving hebben laten verstrijken. Als
beginsel van schadevergoeding geldt «Ersatz des gemeinen Wertes”, waarbij echter geen
rekening gehouden wordt met den in het buitenland te maken prijs.
De Heer G. van Kakken verzocht ons plaatsing van onderstaand ingezonden stuk,
opgenomen in de »N. R. Ct.” van 18 Januari 1.1. (Avondbl. A.):
Oude grafzerken te Franeker.
Volgens de commissie van advies besluit het verslag betreffende het opstellen van
grafzerken, dat het kerkbestuur te Franeker goed gezien heeft, toen het besloot, bij de
restauratie der kerk de fraaie, rijk gebeeldhouwde grafzerken tegen den binnenmuur te
plaatsen.
In hetzelfde openbare rapport, door verschillende couranten gedeeltelijk overgenomen,
komt ook de volgende zinsnede: Tegenover de door den heer Van Kakken afgelegde
verklaring, staat die van den koster der kerk, die nimmer eenig afvallend gruis van de
zerken heeft kunnen constateeren.
De oud-burgemeester van Franekeradeel, de heer A. Draisma de Vries, thans
61