Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI issue:
[Nr. 2-3]
DOI article:
Neurdenburg, Elisabeth: Catalogus van de verzameling Haagsch porcelein in het Gemeente Museum te 'S - Gravenhage, door Dr. H. E. van Gelder
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0120

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Op een kort overzicht van het porcelein bakken laat Dr. van Gelder vervolgens
eene bespreking volgen van het merk van de Haagsche porceleinfabriek, de ooievaar. Van
belang acht hij het vooral of dit merk boven dan wel onder het glazuur is aangebracht.

Daarna wijst de schrijver eenige meesters onder de schilders aan, d. w. z. groepeert
hun werk. Eene groote verscheidenheid aan décor komt daarbij uit. Eén soort van
beschildering, die van het z.g. koningsblauw, geschiedde in Doornik. Deze kleur werd
onder het glazuur opgezet en dus in het groote vuur gebakken.

Eindelijk volgen nog enkele opmerkingen. De vormen zijn door den grooten invoer
van buiten af tamelijk heterogeen. Serviezen zijn meestal Doorniksch. De Heer v. G. weet
echter eenige naar hij aanneemt geheel Haagsche stukken aan te wijzen. Ten slotte meent
hij ook — maar dit zegt hij met eenige omzichtigheid — onderscheid te kunnen zien in
paté tusschen Duitsch ingevoerd en echt Haagsch porcelein.

Samenvattend komt de schrijver tot deze conclusie.

»Er zijn drie soorten Haagsch porcelein namelijk:

»a. Hard porcelein, in den Haag gevormd en beschilderd, kenbaar aan het ooievaarsmerk
onder de glazuur en de vormersmerken L. en I., misschien ook F. N. en K.; in het geval
dat deze vormersmerken voorkomen, kan het ooievaarsmerk ook boven de glazuur staan.
Soms kan voor het Haagsch-zijn ook de vorm beslissen, wanneer die absoluut overeenkomt
met dien van een ander voorwerp, dat de bovengenoemde kenteekens vertoont.

»b. Hard porcelein, in Duitsche fabrieken gevormd, — van welke Ansbach bewezen
is — maar in den Haag gedecoreerd en altijd boven de glazuur met den ooievaar gemerkt.

»c. Zacht porcelein, in Doornik gevormd, en soms reeds met koningsblauw of
gewoon blauw beschilderd, maar in den Haag verder gedecoreerd: altijd met den ooievaar
boven de glazuur gemerkt.

»Bij deze onderscheiding moet de roem der fabriek menige veer laten, maar aan
den anderen kant moet men ook niet denken dat er te weinig overblijft. Immers onder
de in het algemeen betrekkelijk zeldzame voorwerpen, die wij over hebben, zijn er nog
vele, en van de beste, welke geheel Haagsch zijn: het product mag met eere onder de
Hollandsche ceramiek genoemd blijven.”

Naar de indeeling, in deze conclusie neergelegd, zijn vervolgens de nauwkeurige
beschrijvingen van den catalogus gerangschikt.

Al laten misschien de overigens met groote omzichtigheid aangevoerde bewijzen
wel eenige ruimte voor meeningsverschillen ten opzichte van de indeeling in de drie
boven aangegeven groepen, wij hebben hier een met zorg geschreven studie en catalogus
voor ons over fabriek en fabrikaat van een localen tak van kunstnijverheid, welke tot
heden nog niet met zoo groote toewijding bestudeerd was geworden.

Dat de schrijver om oeconomische redenen denzelfden tekst met afbeeldingen van
het jaarboek van »Die Haghe” moest gebruiken, heeft voor het boek als catalogus wel
eenige bezwaren. Zoo is o. i. het uitgebreide verhaal van het romantische huwelijk van
den jongen Lyncker hier niet geheel en al op zijn plaats. En is dit ook niet min of

108
 
Annotationen