Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 9.1916)

Rijksmuseum van schilderijen. — Tot een dier uitzonderingen behoort het schilderij,
voorstellend de Leidsche Universiteit omstreeks het midden der 17de eeuw, ter gelegenheid
eener promotie, van den monogrammist H. V. B. waarschijnlijk de signatuur van
Hendrick van den Burg. Eene afbeelding van het schilderij is aan het verslag toegevoegd.

Door schenking kwam het Museum in het bezit van verschillende stukken, o. a. een
schilderij van J. G. Vogel en eenige schilderijen en aquarellen van Marg. Roosenboom.
Door Mevr. Obreen- van Pabst werd het portret van wijlen den Heer F. D. Obreen
door Th. van Duyl-Schwartze ten geschenke gegeven. De collectie werd voorts verrijkt
met het portret van A. Verwey, door den Franschen schilder Le Fauconnier.

Zeer belangrijke schilderijen mochten in bruikleen worden ontvangen, o. a. eene
Madonna met kind van Bartolomeo Montagna, en drie schilderijtjes van Isaac Israëls.
De fraaie verzameling van den heer J. R. H. Neervoort van de Poll te Rijsenburg zal,
zoodra de nieuwe aanbouw voltooid is, in een der beschikbare zalen worden tentoongesteld.
Uit de collectie-Six werden twee stukken van Rembrandt: Jozef vertelt zijn droomen
en het portretje van Dokter Ephraim Bue, een landschap van Jacob van Ruysdael en
de Bruiloft van Jan Steen tijdelijk ter expositie afgestaan. In uitzicht wordt gesteld, dat
nog een veel grooter deel dezer verzameling aan het Rijksmuseum voor langen tijd in
bruikleen zal worden gegeven.

's Rijks Prentenkabinet. — Door schenking en legateering werden 92 teekeningen
aan de verzameling toegevoegd, o. a. eene penseelteekening in O. I. inkt van Rik. Wouters,
voorts 74 landschappen van J. G. Vogel en ten slotte eenige teekeningen van Lod. de
Deyster, J. P. Schor, G. Neyts en Mouricault.

De verzameling prenten werd met 151 stukken verrijkt. We noemen onder de
belangrijksten o.a. elf houtsneden voor den Wittenberger bijbel van 1521, Suzanna en de
ouderlingen van C. de Passé, voorts houtsneden van J. G. Veldheer, steendrukken van
S. Jessurun de Mesquita en het bekende gezicht op Amsterdam van Jan Boon. Tot de
geschenken behooren ook zeer fraaie prenten van buitenlandsche artisten, o. a. van Jules
de Goncourt, Felicien Rops, Aug. Lepére en Ch. Baude.

Ook voor de andere verzamelingen o. a. van de reclamebiljetten zijn aanwinsten
te boeken. Voor de technische verzameling mocht de Directeur o. m. acht specimina
van de Nederlandsche bankbiljetten en een gelithografeerd behangsel fragment door
Th. Poggenbeek met daarbij behoorende overdruk ontvangen.

Het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst. — Tot de belangrijkste
aanwinsten behooren het fraaie model in gips voor een Rotterdamsch Raadhuis, ontworpen
door den architect K. P. C. de Bazel, en het model voor een Beethovenhuis door den
bouwmeester, Dr. H. P. Berlage.

Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden steenen. — De verzameling
werd in 1915 verrijkt met de unieke gegraveerde penning, welke in 1831, door de stad
’s-Gravenhage aan Jacob Hobein vereerd werd. Dank zij den steun van een paar stad-
genooten werd de Directeur in staat gesteld een reeks moderne Belgische gedenkpenningen

273