Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Nederlandsch Museum voor Geschiedennis en Kunst - Aanwinsten
DOI Artikel:
Dompierre de Chaufepié, H. J. de: Een hoogst merkwaardige gemme te Maastricht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0051

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
45

het midden gesteund door een serie van kleine gecanneleerde kolommen,
in den stijl van Vredeman de Vries, ontstaan omstreeks 1600, een meubel
dat door elegance van vormen en buitengewoon verzorgde afwerking alle
aandacht verdient.

A. Pit.

Een hoogst merkwaardige gemme te Maastricht.

In den schat van St. Servaas te Maastricht berust een gouden, reliquiën
bevattend, kruis met ivoren Christusbeeld.

't Kruis wordt beschreven bij de Bock en Willemsen Antiqnités
sacrées p. 115 en is p. 117 afgebeeld.'t Wordt door deze schrijvers gedateerd
op de tiende eeuw, wat bevestigd is door vernieuwde onderzoekingen van
den laatsten tijd. Nu bevindt zich onder de plaats waar de voeten van het
Christusbeeld waren, een gesneden steen, die zeer de aandacht waard is.

Jhr. Mr. de Stuers had de welwillendheid er mij een afgietsel van te
schenken, 't Is een Canalijn Intagho (20 bij 15 mM.) en niet een »Camée
en onyx'' zooals de Bock en Willemsen zeggen.

Voorgesteld is een naakte, gebaarde en gehelmde krijger met speer,
schild en zwaard. Het rechterbeen is licht gebogen, het linkerbeen staat
vol op den grond. De bewerking is zeer mooi en zuiver, zonder de droogheid
en dorheid der oudere gemmen en de overdreven weekheid der latere.

Men kan met volle gerustheid het ontstaan stellen op ongeveer het
midden der Hellenistische periode. In Furtwangler's Antike Gemmen, plaat
XXXI. XXXIII en XXXIX komen voorbeelden van steenen voor, die groote
stijlovereenkomst met onze gemme vertoonen.

Wat de voorstelling aangaat spreken de Bock en Willemsen van Mars,
doch wij zouden liever de voorstelling noemen een Gebaarden Krijger. In
het tijdperk waar wij de steen in meenden te moeten plaatsen, placht men
den God Ares op een andere wijze af te beelden, meest als een jongen
man, ongebaard of met zeer lichte baardharen, in den vollen bloei van
krachtige jeugd. Deze krijger is bepaald meer op gevorderden leeftijd,
terwijl het niet den indruk maakt of de voorstelling een copie is van een
of ander grooter beeld. Wanneer het bovendien Ares was. zou niet ont-
breken een of ander attribuut als b.v. een tropee of statiebeeld.

Op plaat I n°. 22 C. komt bij Furtwangler een gestalte voor die zeer
veel overeenkomst vertoont met den held op onzen steen; Furtwangler
spreekt daar van Biirtiger Krieger mit Helm und Schild. De Intagho van
het Kruis van St. Servaas is dus een carnalijn uit den Hellenistischen tijd,
voorstellende eenen geheimden krijger.

H. J. DE dompif.rrk DE ChACFEPIÉ.
 
Annotationen