Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Moes, Ernst Wilhelm: 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0072

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
62

echter particulieren zoo prachtig medewerken, daar de meeste aanvullingen
ieder op zich zelf weinig geldelijke waarde vertegenwoordigen. Dat dit
niet gebeurt meen ik grootendeels aan onbekendheid te moeten toeschrijven,
onbekendheid zoowel met de plaats die het Prentenkabinet bekleedt onder
de inrichtingen van algemeen nut, als onbekendheid met de doelmatigste
wijze waarop door het publiek dat nut bevorderd kon worden.

Een eerste voorbeeld is gegeven door den heer Scheibier te Keulen.
Op een veiling die onlangs in zijne woonplaats heeft plaats gehad, waren
een aantal prenten die onze verzameling konden completeeren, en voor
zijne rekening kon ik ze aankoopen.

In meer dan honderd leemten is door deze schenking voorzien. Zeker
is lang niet alles van deze collectie belangrijk genoeg om afzonderlijk
vermeld te worden, maar het een en ander wil ik toch noemen, juist om
te doen zien, welke resultaten op deze wijze verkregen kunnen worden.
Daarom zal ik in alphabetische volgorde naar de namen der graveurs een
paar aanwinsten noteeren.

Abraham BloWing. Portret van Edward Lord Montague, den te onzent
als Earl of Sandwich bekenden Engelschen admiraal, die in 1672 het
leven liet in den slag bij Solebay. waar hij het derde eskader van de
vijandelijke vloot aanvoerde.

Abraham Conradus. Een zeer fraai portret van den in 1651 te Londen
onthoofden predikant Christopher Love.

Cornelis Galle. Portret van Joannes Wiggers (1572 -1639). hoogleeraar te
Leuven, naar H. de Smet, aan Muller en van Someren onbekend.
Ook den teekenaar H. de Smet vond ik nergens vermeld.

Jacques de Ghcyn. Portret van den Gentenaar Adrianus Damman. Dit
fraaie, aan Muller en van Someren onbekend gebleven portretje werd
door Passavant alleen geciteerd uit een magazijncatalogus van Weigel;
gezien had Passavant het niet. In den rechter benedenhoek is een
naam weggeslepen, vermoedelijk die van den graveur, links is er
kennelijk nieuw opgezet: Joos de Bosscher excud., het adres
van een uitgever die meer prenten van de Gheyn in omloop heeft
gebracht. Ofschoon onderaan het jaartal MDLXXIIX staat, dat niet
anders dan 157S gelezen kan worden, meen ik toch dat de prent
van 1588 is, en dus de lettergraveur een X vergeten heeft. Na twee
jaar het hoogleeraarschap in de wijsbegeerte aan de Leidsche Universiteit
bekleed te hebben, werd in dit laatste jaar Damman op zijn verzoek
eervol ontslagen. Tien jaar vroeger woonde hij nog te Gent. Waarom
zou toen de Leidsche graveur een portret van hem gesneden hebben?

Jacobus Gousblom. Portret van den admiraal Jacob van Wassenaar van
Obdam. Kramm citeert in zijn supplement dit portret uit den catalogus
Munnicks van Cleeff (1860) bij het werk van Cornelis Gousblom.
Maar het is duidelijk gemerkt: Jac. Gousbloem Sculps. Ander
werk van Jacobus Gousbloem is mij niet voorgekomen.
 
Annotationen