DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:Beets, Nicolaas: De Naarder gewelfschilderingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0195
181
schilderd) is geheel gevolgd naar een houtsnede (Le Blanc 63) uit die
passie 1). De twee figuren op den voorgrond van »het gebed van Mozes"
(v. K., Naarden no. 2) werden genomen, de één uit de hsn. der »Opstanding
(Le BI. 72), de ander uit die van den »Gang naar het kruis" (Le BI. 69).
De »Gevangenneming" (Le BI. 63) uit diezelfde passie, werd in haar
algemeenen opzet en al haar hoofdpersonen (Christus, Judas, Petras, Malchus.
den krijgsman rechts) op de gevangenneming in Naarden (v. K., Naarden
no. 3) slaafs gecopi-
ëerd. Slechts ging de
ruimtewerking der
hsn., en dit wel niet
in lofwaardige decora-
tieve bedoeling, op de
schildering verloren.
Op den »Gang naar
het kruis" (v. K., Naar-
den" no. 9) waar zooals
Valentiner aanwijst, de
achtergrond aan Dürer
werd ontleend is niet
alleen het vreemde mar-
teltuig 2) maar zijn ook
de Christus en de Jozef
van Arimathea die het
kruis helpt dragen,
zuiver gecopiëerd naar
de door Six in zijn in-
leiding tot de uitgave
van van Kakken ge-
noemde prent in het
Amsterdamsche Kabi-
net. Deze hsn. bestaat, als meer Jacob Cornelisz. geheel toegeschreven
prenten, uit een passepartout 3) en een daarin gedrukt tafreel, den Kruisgang.
1) Dezelfde houtsnee (waarvan hierbij een reproductie) en de »F2cce Homo"
(Le. BI. 68) uit diezelfde serie werden gecopiëerd op twee der randtafreelen van
een Calvariënberg in het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht, gerepr. bij Dülberg,
Erzbissch. Museum Tafel IX. De dateering van Dülberg «1514" is dus waarschijnlijk
iets te vroeg.
2) Dat, behalve bij Lucas van Leyden (B 64) en op eenige houtsculpturen in
het Nederlandsch Museum, reeds voorkomt op den kruisgang van den Meester der
Liebesgarten (Lehrs Monographie Tfl. IV) en op daarnaar gecopiëerde miniaturen
in Nederlandsche Hss. Ook de Jozef van Arimathea vertoont m. i. nog overeenkomst
met dien van den Nederlandschen graveur die al vóór 1450 werkte.
3) De omlijsting waarop het wapen van Amsterdam, dat wel als signatuur van
schilderd) is geheel gevolgd naar een houtsnede (Le Blanc 63) uit die
passie 1). De twee figuren op den voorgrond van »het gebed van Mozes"
(v. K., Naarden no. 2) werden genomen, de één uit de hsn. der »Opstanding
(Le BI. 72), de ander uit die van den »Gang naar het kruis" (Le BI. 69).
De »Gevangenneming" (Le BI. 63) uit diezelfde passie, werd in haar
algemeenen opzet en al haar hoofdpersonen (Christus, Judas, Petras, Malchus.
den krijgsman rechts) op de gevangenneming in Naarden (v. K., Naarden
no. 3) slaafs gecopi-
ëerd. Slechts ging de
ruimtewerking der
hsn., en dit wel niet
in lofwaardige decora-
tieve bedoeling, op de
schildering verloren.
Op den »Gang naar
het kruis" (v. K., Naar-
den" no. 9) waar zooals
Valentiner aanwijst, de
achtergrond aan Dürer
werd ontleend is niet
alleen het vreemde mar-
teltuig 2) maar zijn ook
de Christus en de Jozef
van Arimathea die het
kruis helpt dragen,
zuiver gecopiëerd naar
de door Six in zijn in-
leiding tot de uitgave
van van Kakken ge-
noemde prent in het
Amsterdamsche Kabi-
net. Deze hsn. bestaat, als meer Jacob Cornelisz. geheel toegeschreven
prenten, uit een passepartout 3) en een daarin gedrukt tafreel, den Kruisgang.
1) Dezelfde houtsnee (waarvan hierbij een reproductie) en de »F2cce Homo"
(Le. BI. 68) uit diezelfde serie werden gecopiëerd op twee der randtafreelen van
een Calvariënberg in het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht, gerepr. bij Dülberg,
Erzbissch. Museum Tafel IX. De dateering van Dülberg «1514" is dus waarschijnlijk
iets te vroeg.
2) Dat, behalve bij Lucas van Leyden (B 64) en op eenige houtsculpturen in
het Nederlandsch Museum, reeds voorkomt op den kruisgang van den Meester der
Liebesgarten (Lehrs Monographie Tfl. IV) en op daarnaar gecopiëerde miniaturen
in Nederlandsche Hss. Ook de Jozef van Arimathea vertoont m. i. nog overeenkomst
met dien van den Nederlandschen graveur die al vóór 1450 werkte.
3) De omlijsting waarop het wapen van Amsterdam, dat wel als signatuur van