Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Goekoop-de Jongh, Johanna: Rembrandt en Lastman
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0048

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
42

Zoo de afronding van den achtergrond achter hem, door een massieve
vastheid, om meer reliëf aan zijn silhouet te geven.

Zoo de voorover leunende halve figuur van den luisterenden jongen
man, achter het hoofd van Johannes, waardoor als het ware zijn woord
nog direkter tot de menigte komt.

Zoo het vrijlaten van ruimte, vlak voor de voeten van den Dooper
om hem in zijne geheele gestalte te laten zien ; het stutten der hoofdfiguur
door twee verticale lijnen aan weerszijden — hier de groep der drie priesters
aan den eenen kant, de donkere massa der in de schaduw staande personen
aan den anderen kant.

Zoo de golving der menigte, uitgaande van het hooge punt de vlakte
in, den berg op — »het verschieten der lange rij, van verre flaeuw, en
dichter al sterker" (Vondel).

Zoo de bouw van het landschap met het dal tusschen de twee heuvel-
rijen en de stad op den achtergrond met den breed afgeknotten toren.

Zoo het scherp uitsteken der verticale lijn in de breedte van het
geheel —■ hier keizerszuil in plaats van obelisk.

Het zijn de typische eigenaardigheden van opzet, eigen aan een gerouti-
neerde hand. die Rembrandt in het schilderij van.Lastman bewonderde en
in teekening vasthield tot hij ze zelf verwerkte. Het bijzondere in zijn
verwerking was, dat hij de eigenlijke beweging tot stilstand bracht, doordat
hij aan de menigte op den voorgrond een zittende en luisterende houding
gaf en haar, die optrekkend nader kwam, in schaduw hulde. Om de
beweging als algemeene eigenschap uit te drukken, lag niet in zijn wezen
en kunnen ; des te meer het vermogen om aan ieder individu afzonderlijk
zijn bijzondere uitdrukking te geven, wat maakte dat de Predicatie van
johannes den Dooper algemeen geroemd en geprezen werd.

Als getuigenis van den invloed, dien Lastman op Rembrandt heeft
gehad, is het schilderij een zeer bijzonder specimen, omdat de teekening,
die de draagkracht was, nog bestaat. Jammer dat deze quitantie van leertijd,
onvervalscht en afgeteekend in + 1635, aan het oog der oorkonden-makers
is ontsnapt.

J. GOEKOOP — DE JONGH.
 
Annotationen