DOI issue:
Nr. 2
DOI article:Muller, Samuel: Het koningshuis te Renen
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0083
resolutie Z. M. in 1631 op nieuw een perceel had aangekocht en dit had »doen adapteren
tot het pleyn, aen den inganck van desselffs conincklijck huys ende hoff aldaer gebouwt” 1 2).
Dit alles is in volkomen overeenstemming met eene aanteekening van den architect Von Bonn
van 1748, dat het Koningshuis te Renen was »erbauet im Jahre 1630 et 31”.
Van het uiterlijk aanzien der vorstelijke stichting geven de bijgaande af beddingen 2)
een juisteren indruk dan eene lange beschrijving doen zou. Het paleis was een lang gebouw,
dertien vensters breed, met eene verdieping en twee trapgevels; de gevel, door pilasters
versierd, was vrij eenvoudig. Naar achteren sprongen twee vleugels met trapgevels uit,
terwijl in het midden
zich een ruim trappen-
huis met een breeden
stoep verhief. Het ter-
rein daalde glooiend af
naar den Rijn: aan de
achterzijde waren dus
vensters en deuren aan-
wezig voor het sous-
terrain, dat de keukens
en kelders bevatte 3).
Binnen vond men
eene zeer ruime, met
vloerbakken (»Flor-
stein”) bevloerde en
met balken en kinder-
balkjes overdekte vesti-
bule, die naar het
weidsche trappenhuis
geleidde; daaraan grens-
den twee voorzalen,
met wit-blauwe »Mar-
morsteinen” bevloerd.
Verder vond men er verscheidene zalen en kabinetten ; een dier kabinetjes (naast den trap ter
Het Koningshuis en zijne tuinen. Naar eene teekening van
1748 in het Staatsarchief te Hannover.
1) Resol. Staten 17 Maart 1631, 28 Maart 1634.
2) De vier afbeeldingen zijn gevolgd naar de opnamen van den architect Von Bonn in 1748,
bewaard in het Staatsarchief te Hannover, waarop Mr. J. C. Overvoorde indertijd mijne aandacht
vestigde. De teekening van den zijgevel van 1771 door Hoogers berust in het Rijks-Prentenkabinet.
3) In den Opmerker van 10 Mei 1890 vindt men eene afbeelding van het Koningshuis, gevolgd
naar die in de Nederlandsche tafereelen. IX No. 273, die het foutieve onderschrift draagt: Het stadhuis
te Rhenen. In den Opmerker is het op dit plaatje onzichtbare benedengedeelte van het gebouw aan-
gevuld met eene kelderverdieping met stoep, — ten onrechte echter, naar uit de hier gereproduceerde
teekeningen blijkt.
71
tot het pleyn, aen den inganck van desselffs conincklijck huys ende hoff aldaer gebouwt” 1 2).
Dit alles is in volkomen overeenstemming met eene aanteekening van den architect Von Bonn
van 1748, dat het Koningshuis te Renen was »erbauet im Jahre 1630 et 31”.
Van het uiterlijk aanzien der vorstelijke stichting geven de bijgaande af beddingen 2)
een juisteren indruk dan eene lange beschrijving doen zou. Het paleis was een lang gebouw,
dertien vensters breed, met eene verdieping en twee trapgevels; de gevel, door pilasters
versierd, was vrij eenvoudig. Naar achteren sprongen twee vleugels met trapgevels uit,
terwijl in het midden
zich een ruim trappen-
huis met een breeden
stoep verhief. Het ter-
rein daalde glooiend af
naar den Rijn: aan de
achterzijde waren dus
vensters en deuren aan-
wezig voor het sous-
terrain, dat de keukens
en kelders bevatte 3).
Binnen vond men
eene zeer ruime, met
vloerbakken (»Flor-
stein”) bevloerde en
met balken en kinder-
balkjes overdekte vesti-
bule, die naar het
weidsche trappenhuis
geleidde; daaraan grens-
den twee voorzalen,
met wit-blauwe »Mar-
morsteinen” bevloerd.
Verder vond men er verscheidene zalen en kabinetten ; een dier kabinetjes (naast den trap ter
Het Koningshuis en zijne tuinen. Naar eene teekening van
1748 in het Staatsarchief te Hannover.
1) Resol. Staten 17 Maart 1631, 28 Maart 1634.
2) De vier afbeeldingen zijn gevolgd naar de opnamen van den architect Von Bonn in 1748,
bewaard in het Staatsarchief te Hannover, waarop Mr. J. C. Overvoorde indertijd mijne aandacht
vestigde. De teekening van den zijgevel van 1771 door Hoogers berust in het Rijks-Prentenkabinet.
3) In den Opmerker van 10 Mei 1890 vindt men eene afbeelding van het Koningshuis, gevolgd
naar die in de Nederlandsche tafereelen. IX No. 273, die het foutieve onderschrift draagt: Het stadhuis
te Rhenen. In den Opmerker is het op dit plaatje onzichtbare benedengedeelte van het gebouw aan-
gevuld met eene kelderverdieping met stoep, — ten onrechte echter, naar uit de hier gereproduceerde
teekeningen blijkt.
71