Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr. 2-3]
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Opgravingen in Nederland, [2]: Hunnebedden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0104

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
van beschaving, zooals zij op elkander volgen of naast elkander bestaan. En tevens geeft
de chronologie eerst de mogelijkheid, om met hulp van het elders gevondene door vollediger
en meer begrijpelijke gegevens ook het minder duidelijke in een juist licht te stellen.

Voor ons land kunnen wij slechts een voorstelling geven van de vóórgeschiedenis,
wanneer wij het beschouwen als een deel van een veel grooter gebied. Noodzakelijk is
dit vooral voor de chronologie, want een werkelijke tijdsbepaling krijgen wij eerst door
de voorwerpen uit den Romeinschen tijd, te beginnen met de vestiging der Romeinen
in ons land onder Drusus, kort vóór het begin onzer jaartelling. Vóór dien moeten wij
ons behelpen met een minder nauwkeurige, maar toch de waarheid eenigszins naderende
dateering, door het vaststellen van den invloed uit landen met hooger beschaving, waar
een datum wél mogelijk is. — Probeeren wij thans, den tijd der verschillende perioden
van beschaving in ons land te bepalen.

In den Romeinschen tijd, en reeds lang te voren, zetten de inwoners de asch van
hun dooden bij in een urn. Men vindt deze urnen terug onder vlakke heuvels bij elkander
op vaste begraafplaatsen. De urnenvelden zijn in Duitschland nauwkeurig onderzocht en
reeds is men bezig de resultaten van het onderzoek in samenhang bekend te maken
(.Die Urnenfriedhöfe in Niedersachsen verschijnt onder leiding van C. Schuchhardt sedert
1911). Omstreeks 800 vóór Christus meent men het begin der urnenvelden te mogen
vaststellen. Voor ons land, waar reeds talrijke urnenvelden zijn ontgraven, moet ongeveer
dezelfde datum gelden. — Dr. Holwerda meent evenwel, dat deze datum geenerlei
zekerheid heeft.

De grafheuvels met onverbrande lijken gaan aan de urnenvelden vooraf. Soms
was in deze heuvels een houten bouwwerk, als Dr. Holwerda ontdekte, soms steenen in
den vorm van een kist of opgestapeld om een houten kist met het lijk. Wij kennen in
de grafheuvels van ons land de klokbekers en op die wijze hebben wij een belangrijk
hulpmiddel om den tijd eenigszins te bepalen. Klokbekers, touwbekers en zonebekers,
die in ons land naast elkander voorkomen, vindt men in een zeer groot gebied: in

Oostenrijk en Duitschland van den Rijn tot Rusland, in ons land en Engeland, in

Frankrijk en Spanje in de allées couvertes. Over den datum is men het oneens. Alleen is
het zeker, dat de klokbekers althans in ons land, Engeland, Frankrijk en Spanje met
brons te zamen zijn gevonden. In Duitschland dateert men de klokbekers gewoonlijk

vóór 2000 voor Christus, in Engeland meent men den tijd van 2000—1500 te moeten

aannemen. Is het juist, dat klokbekers zijn te vinden in de allées couvertes van Spanje
en heeft men bij deze graven terecht gedacht aan invloed van Griekenland uit den
Mykeenschen tijd, dan moeten zij nog omstreeks 1200 in zwang zijn geweest en kunnen
dus in ons land uit nog iets later tijd zijn. Zekerheid hebben wij hier al heel weinig,
want volgens een andere opvatting zijn de klokbekers in Spanje niet jonger dan de
vroegste bronstijd in Italië en dus nog ouder dan 2000 vóór Christus. De vóórgeschiedenis
van Spanje is nog weinig bekend en het is niet mogelijk, nu reeds in deze vraag
te beslissen.

92
 
Annotationen