Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI issue:
[Nr. 2-3]
DOI article:
Six, Jan: Verlichting van een Binnenplaats
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0124

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
gehouden en zoo sterk is de kracht nog van weerkaatst licht, dat die geheele zuiderwand,
zonder rechtstreeks beschenen te worden, zelfs voor niet al te donkere schilderijen nog
goede plaatsen opleveren zou. Deze inrichting aan de oostzijde te laten omloopen was
niet mogelijk, omdat daar een venster was dat vrij moest blijven. Aan de westzijde had
het geen zin. Daar tegenover was geen wand, de weerkaatsing zou dus weer den vloer
van de aangrenzende kamer bereikt hebben of hem die de schilderij wilde zien, daarover
heen, recht in de aogen zijn geschenen.

De photographie kan, uit den aard der zaak, geen voldoende afbeelding geven.
Een schilderij, dat alleen door kleur op de plaat kan werken, staat in te ongunstige ver-
houdingen tegenover de voorwerpen met hunne lichtweerkaatsingen, die het omringen.

Men houde daarmee rekening bij de beoordeeling van het prentje, dat wij geven naar
de opname van den Heer Bikhof. Ook de lichtstraling in het bovendeel der schilderij is
lang niet zoo storend als het hier schijnt. Rees de schilderij niet zoo hoog tot de
zoldering, dan zou die spiegeling geheel ontbreken.

Wie in deze inrichting nader belang mocht stellen zal ik die gaarne laten zien.
Het mooiste is de verlichting op een helderen dag tegen den middag. Ook bij avond
wordt met een halfwatt lamp van 400 kaarsen in een glazen reflector, dicht aan de
zoldering opgehangen, een lichtgloed verkregen, die aan zonneschijn doet denken. Alleen
is daarbij de vloer even sterk verlicht als de wanden, wat bij daglicht juist vermeden werd.

Amsterdam. J. SIX.

112
 
Annotationen