Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Veilingen
DOI Artikel:
Muller, Samuel: Contract met den Dombouwmeester Godijin van Dormael, 1356
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0161

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
147

De andere rubrieken met Hollandsche en Duitsche prenten, historie-
prenten enz. bevatten weliswaar nog verschillende min of meer fraaie
drukken en weinig voorkomende prenten, maar er waren er weinig bij
die een afzonderlijke vermelding in dit kort bericht noodig maken. Zeer
fraai was de paardenreeks van Paulus Potter, die voor ƒ270.— naar München,
belangrijk het album met kleurendrukken in het procédé Teyler die voor
ƒ175.— naar Weenen ging. Het zeldzame portret van den jeugdigen
Napoleon door Hodges was zeker goed betaald met ƒ500.—

Ten slotte kwam nog een kleine collectie oude teekeningen ter tafel.
Veel belangrijks was daar niet bij. Het beste was stellig een landschap
van Albert Cuvp (ƒ415), het merkwaardigste drie ontwerpen van Daniël
Stalpert voor de frontespies van het Amsterdamsche Stadhuis (ƒ25.—)

Overbodig" te vermelden, dat de catalogus wederom met groote zorg
bewerkt was en een keur van goed geslaagde af beeldingen het doorbladeren
tot een aangenaam werk maakte.

Amsterdam. E. W. Moes.

Korte Mededeelingen.

Contract met den Dombouwmeester Godijn van Dormael, 1356.

Op den xoden Maart 13^6 was een klein gezelschap bijeen in de door
bisschop Frederik van Sierck (-f 1322) gestichte kapel ten noorden van
het Domkoor (thans de noordelijke uitgang der kerk). Het waren de Dom-
deken en zes leden van het Domkapittel, aldaar samengekomen, om eene
overeenkomst te sluiten met een Waalschen architect Mr. Godijn van
Dormael, dien zij uit Luik ontboden hadden om hem aan het hoofd te
plaatsen van den bouw van den nieuwen gothischen Dom. die reeds sedert
eene eeuw langzaam (zeer langzaam !) in wording was. Men was het eens
geworden ; het contract was opgemaakt in het Hollandsch, opdat Mr. Godijn,
een leek die geen Latijn verstond, het goed zou begrijpen, eene omstan-
digheid, die bij een Waal de aandacht trekt en die het waarschijnlijk maakt,
dat Mr. Godijn, al blijkt hij tot nog toe niet te Utrecht vertoefd te hebben,
toch reeds in Noord-Nederland werkzaam moet zijn geweest, vóórdat men
hem naar Utrecht opontbood. Het stuk was opgeteekend op een vel schapen-
perkament. De nieuwe architect legde den eed daarop af; van dit teit werd
door een notaris eene akte opgemaakt, en de plechtigheid was afgeloopen.

Wat waren nu de verplichtingen van den nieuwen Dombouwmeester:
Hij werd met medewerking van Bisschop en Domproost (eershalve ge-
noemd om het belang der kerk als kathedraal van het Sticht in het oog
te doen vallen) aangenomen tot »magister fabricae", — eene benaming,
 
Annotationen