DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:Rijksmuseum te Amsterdam - Mauritshuis
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0132
I2Ó
met een stuk in het Stiidelsche Institut te Frankfort, het goed recht van
Elias Vonck met eenigen grond bepleit had.
Het Rijksmuseum bezit nog een schilderij van Jan Baptist Weenix
ongeveer in denzelfden trant. Het is ook voluit gemerkt en stelt voor een
levensgrooten liggenden bok in een landschap. Ik heb dit stuk omlaag
geplaatst in de Eeregalerij laatste kabinet rechts, zoodat het nu goed kan
worden gezien. Dit ook is een werk van groote meesterschap, dat misschien
nooit genoeg is gewaardeerd geworden en dat onmiskenbare punten van
overeenkomst heeft met de doode ree.
Een onzer copiïsten, de heer B. M. Asscher, vestigde mijne aandacht
op iets wat op eene handteekening gelijkt, voorkomende op het bekende
schilderij van Claes Moeyaert *-DrieërteiKeus", (N°. 1632 van den catalogus),
en wel in het witte kraagje dat het meisje om den hals heeft. Daar leest
men hetgeen hier in fac-similé is weergegeven :
Staat hier nu des schilders vervormde naam: Moey : jaert of heeft de
kunstenaar met deze letters iets anders bedoeld? Ik geef ze zooals ze zijn.
Bekend is dat het schilderij in den achtergrond het verknoeide monogram
van den meester draagt Cl. M (de C en L ineen) — waaruit deels door
vervorming, deels door bijvoeging Gabriel Metsu's naamteekening gegroeid is.
De handteekening op een niet minder belangrijk schilderij, namelijk
het > Gebed zonder Eind1' van Nicolaes Maes, dank ik aan den heer
Muller, photograaf van de firma Bruckmann. Deze vond namelijk toen het
doek buiten in de zon was opgesteld op het witte tafellaken geheel
rechts, in de schaduwpartij bij de kat de letters N : M : S in rood aan-
gebracht. Het monogram, door den heer Boland met zorg overgenomen,
komt in de Engelsche uitgave van den catalogus op bl. 196 voor.
Ik eindig met eene mededeeling van anderen aard.
Door de welwillendheid van Mr. R. W. J. Baron van Pabst van Bingerden
ben ik in staat gesteld den naam van de voorgestelde persoon op een
onzer fraaiste historische portretten vast te stellen en wel dat van de
schoone jonge vrouw in rijk gewaad, uitkomende tegen een roode draperie,
gecatalogiseerd onder n°. 1663 en dat, aan Paulus Moreelse toegeschreven,
doorgaat voor het portret van Amalia van Solms.
met een stuk in het Stiidelsche Institut te Frankfort, het goed recht van
Elias Vonck met eenigen grond bepleit had.
Het Rijksmuseum bezit nog een schilderij van Jan Baptist Weenix
ongeveer in denzelfden trant. Het is ook voluit gemerkt en stelt voor een
levensgrooten liggenden bok in een landschap. Ik heb dit stuk omlaag
geplaatst in de Eeregalerij laatste kabinet rechts, zoodat het nu goed kan
worden gezien. Dit ook is een werk van groote meesterschap, dat misschien
nooit genoeg is gewaardeerd geworden en dat onmiskenbare punten van
overeenkomst heeft met de doode ree.
Een onzer copiïsten, de heer B. M. Asscher, vestigde mijne aandacht
op iets wat op eene handteekening gelijkt, voorkomende op het bekende
schilderij van Claes Moeyaert *-DrieërteiKeus", (N°. 1632 van den catalogus),
en wel in het witte kraagje dat het meisje om den hals heeft. Daar leest
men hetgeen hier in fac-similé is weergegeven :
Staat hier nu des schilders vervormde naam: Moey : jaert of heeft de
kunstenaar met deze letters iets anders bedoeld? Ik geef ze zooals ze zijn.
Bekend is dat het schilderij in den achtergrond het verknoeide monogram
van den meester draagt Cl. M (de C en L ineen) — waaruit deels door
vervorming, deels door bijvoeging Gabriel Metsu's naamteekening gegroeid is.
De handteekening op een niet minder belangrijk schilderij, namelijk
het > Gebed zonder Eind1' van Nicolaes Maes, dank ik aan den heer
Muller, photograaf van de firma Bruckmann. Deze vond namelijk toen het
doek buiten in de zon was opgesteld op het witte tafellaken geheel
rechts, in de schaduwpartij bij de kat de letters N : M : S in rood aan-
gebracht. Het monogram, door den heer Boland met zorg overgenomen,
komt in de Engelsche uitgave van den catalogus op bl. 196 voor.
Ik eindig met eene mededeeling van anderen aard.
Door de welwillendheid van Mr. R. W. J. Baron van Pabst van Bingerden
ben ik in staat gesteld den naam van de voorgestelde persoon op een
onzer fraaiste historische portretten vast te stellen en wel dat van de
schoone jonge vrouw in rijk gewaad, uitkomende tegen een roode draperie,
gecatalogiseerd onder n°. 1663 en dat, aan Paulus Moreelse toegeschreven,
doorgaat voor het portret van Amalia van Solms.