DOI issue:
Nr. 1
DOI article:Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Page / Citation link:https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0022
schaduw over 't met kleine klotsende golfjes woelende water, terwijl
de kleine vaartuigjes in der haast zich trachten te bergen. Het blauw
der lucht breekt op enkele plekken nog te voorschijn. Het is op een
sloep geteekend »VG 1655«. Het paneel is van eikenhout, hoog 0.414,
breed 0.558.
Met den aankoop van den nieuwen Delftschen Vermeer, »het
Nieuwe Testament« als Eglon van der Neer, heeft Dr. Bredius met
zijn scherpziend oog weder eens een koopje gedaan. In een met wit en
zwart marmeren tegels bevloerd vertrek (Vermeer's atelier) slaat eene
vrouw zittende aan een tafel de oogen devoot hemelwaarts, terwijl de
bijbel opengeslagen bij het Nieuwe Testament voor haar op de tafel
ligt en de slang 't symbool van den booze door een steen de kop
vermorseld is, terwijl de appel der verleiding hem ontvallen is. Het
stuk, behoort bepaald tot des meesters latere werken, en de fantastische
voorstelling, zoo naïef weergegeven, maakt een vreemden indruk. Dit
neemt niet weg, dat veel moois de meesterhand verraadt.
Een meesterstuk van coloriet is de draperie links, welke Vermeer's
bekende pointilleeringen vertoont. Deze draperie is op dezelfde wijze
door eene stoel opgenomen als in eene schilderij, »'t atelier van den
schilder,-!: in de collectie-Czernin te Weenen. De achtergrond is mees-
terlijk in toon gehouden. Eene groote schilderij voorstellende 't sterven
van Jezus draagt bij tot de devote stemming van het drama en toch
werkt zij niet storend. Deze schilderij eveneens als het goudleer, dat
rechts als achtergrond is aangebracht kwam voor in den inventaris van
Vermeer's weduwe, door Dr. Bredius in Oud-Holland gepubliceerd.
»Het Nieuwe Testament« komt bij Hoet en Terwesten 4-maal voor,
22 April 1699 op de veiling van Herman van Swoll, 13 Juli 1718
op een veiling te Amsterdam, 9 April 1735 te Amsterdam, en 22
April 1749 op eene verkooping der schilderijen van den kunsthandelaar
David Jestwaart te Amsterdam.
Het bracht op respectievelijk f400.—, f500.—, f 54.— en f70.—.
In den tijd dat Vermeer weinig geacht meer was, ja, bijna onbekend,
doopte men de schilderij als Caspar Netscher en merkte haar op den
steen als zoodanig. Het is op doek, hoog 0.13, breed 0.88.
C. H. C. FLUG1 VAN ASPERMONT.
de kleine vaartuigjes in der haast zich trachten te bergen. Het blauw
der lucht breekt op enkele plekken nog te voorschijn. Het is op een
sloep geteekend »VG 1655«. Het paneel is van eikenhout, hoog 0.414,
breed 0.558.
Met den aankoop van den nieuwen Delftschen Vermeer, »het
Nieuwe Testament« als Eglon van der Neer, heeft Dr. Bredius met
zijn scherpziend oog weder eens een koopje gedaan. In een met wit en
zwart marmeren tegels bevloerd vertrek (Vermeer's atelier) slaat eene
vrouw zittende aan een tafel de oogen devoot hemelwaarts, terwijl de
bijbel opengeslagen bij het Nieuwe Testament voor haar op de tafel
ligt en de slang 't symbool van den booze door een steen de kop
vermorseld is, terwijl de appel der verleiding hem ontvallen is. Het
stuk, behoort bepaald tot des meesters latere werken, en de fantastische
voorstelling, zoo naïef weergegeven, maakt een vreemden indruk. Dit
neemt niet weg, dat veel moois de meesterhand verraadt.
Een meesterstuk van coloriet is de draperie links, welke Vermeer's
bekende pointilleeringen vertoont. Deze draperie is op dezelfde wijze
door eene stoel opgenomen als in eene schilderij, »'t atelier van den
schilder,-!: in de collectie-Czernin te Weenen. De achtergrond is mees-
terlijk in toon gehouden. Eene groote schilderij voorstellende 't sterven
van Jezus draagt bij tot de devote stemming van het drama en toch
werkt zij niet storend. Deze schilderij eveneens als het goudleer, dat
rechts als achtergrond is aangebracht kwam voor in den inventaris van
Vermeer's weduwe, door Dr. Bredius in Oud-Holland gepubliceerd.
»Het Nieuwe Testament« komt bij Hoet en Terwesten 4-maal voor,
22 April 1699 op de veiling van Herman van Swoll, 13 Juli 1718
op een veiling te Amsterdam, 9 April 1735 te Amsterdam, en 22
April 1749 op eene verkooping der schilderijen van den kunsthandelaar
David Jestwaart te Amsterdam.
Het bracht op respectievelijk f400.—, f500.—, f 54.— en f70.—.
In den tijd dat Vermeer weinig geacht meer was, ja, bijna onbekend,
doopte men de schilderij als Caspar Netscher en merkte haar op den
steen als zoodanig. Het is op doek, hoog 0.13, breed 0.88.
C. H. C. FLUG1 VAN ASPERMONT.