Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Officieele Mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0031

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
23

EERSTE JAARVERSLAG

van den

Nederlandschen Oudheidkundigen Bond

. (Opgericht 17 Januari 1899)
uitgebracht in-de algemeene ledenvergadering gehouden den 15 Juli 1899.

Het eerste jaarverslag van den Nederlandschen Oudheidkundigen
Bond kan en moet kort zijn. Het kan kort zijn, omdat dit verslag slechts
loopt over een tijdperk van 6 maanden, een tijdperk van voorbereiding
meer dan van uitvoering, en het moet kort zijn, daar voor heden nog
vele belangrijke zaken Uwe aandacht zullen vergen, zoodat het gewenscht
is, dit verslag tot het hoognoodige te beperken.

Gelijk U bekend is, ging het initiatief tot het oprichten van
dezen bond uit van de vereeniging »Oud-Dordrecht«. Op haar oproeping
verzamelden zich den 15 October 1898 een 19 tal vertegenwoordigers
van oudheidkundige vereenigingen en museumdirecties te Amsterdam in
de zaal van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, welke door
dit genootschap welwillend voor dit doel was beschikbaar gesteld, terwijl
van verschillende hier niet vertegenwoordigde vereenigingen betuigingen
van instemming waren ontvangen. De vergadering werd gepresideerd
door Mr. J. C Overvoorde, terwijl de heer Bas Veth zich welwillend
belastte met het houden der notulen. Op deze vergadering werden de
hoofdlijnen voor de statuten van den op te richten bond besproken
naar de hoofdlijnen hiervoor door Mr. J. C. Overvoorde ontworpen en
werd eene commissie benoemd, bestaande uit de H.H. Mr. J. C. Overvoorde,
A. Pit en Bas Veth om een uitgewerkt ontwerp voor de statuten in
te dienen. Dit concept kwam den 17 Januari 1899 ui behandeling en
werd, na kleine wijzigingen, met algemeene stemmen goedgekeurd. Tevens
werd op deze vergadering, welke door 21 vertegenwoordigers werd
bijgewoond, een bestuur gekozen en eene commissie van redactie voor
het uit te geven bulletin van den bond benoemd. Tot bestuur werden
gekozen de H.H.: Mr. J. A. Feith, rijksarchivaris der provincie Gronin-
gen en conservator van het Groningsen museum; Mr. S. Muller Fzn,
rijksarchivaris der provincie Utrecht en beheerder van het stedelijk
museum aldaar; Mr. J. C. Overvoorde, archivaris der gemeente Dor-
drecht, secretaris van »Oud-Dordrecht«; Jhr. B. W. F. van Riemsdijk,
hoofddirecteur van het rijks-museum te Amsterdam; en Jhr. Mr. F. J.
J. M. van Kijckevorsel, secretaris van het Provinciaal Brabantsch Ge-
nootschap van Kunst en Wetenschappen. Tot commissie van redactie
werden benoemd de H.H. A. Pit, directeur van het Nederlandsen museum
 
Annotationen