Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Officieele Mededeelingen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0032

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
24

te Amsterdam en E. W. Moes, onderdirecteur van het 's Rijks Prenten
kabinet aldaar, terwijl het bestuur verder uit zijn midden een derde lid
zoude aanwijzen. Hiertoe werd door het bestuur benoemd: Mr. J. C.
Overvoorde te Dordrecht. Tot commissie voor het nazien der rekenin-
gen werden aangewezen de H.H. Haverkorn van Rijsewijk en Bas Veth.
De bestuursfunctien werden door het bestuur aldus verdeeld: voorzitter
Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, secretaris Mr. J. C. Overvoorde, penning-
meester Mr. J. A. Feith, leden Mr. S. Muller Fzn. en Jhr. Mr. F. J. J.
M. van Rijckevorsel.

In eene conferentie tusschen het bestuur en de commissie van
redactie werd de inrichting van het bulletin besproken. De statuten
werden nader in definitieven vorm gebracht en ter goedkeuring inge-
zonden. Het duurde geruimen tijd voor de koninklijke goedkeuring
verkregen werd, daar het raadplegen van het bestuur over eenige door
den minister gewenschte veranderingen bemoeielijkt werd door de afwe-
zigheid van twee der bestuursleden.

Nadat de koninklijke goedkeuring verkregen was bij K. B. van
16 Mei 1899 No. 10 werd aan alle bekende oudheidkundige veree-
nigingen en museumdirecties eene uitnoodiging gezonden om tot den
bond toe te treden en werd een aantal personen uitgenoodigd om de
benoeming tot correspondeerend lid der vereeniging te aanvaarden.
Tevens werd overeenkomstig den wensch geuit op de algemeene verga-
dering van 17 Januari een adres gezonden aan den minister van Bin-
nenlandsche Zaken en aan de Tweede Kamer der Staten Generaal om
op te komen tegen de besnoeiing van het crediet voor aankoop voor
de rijksmusea volgens het amendement van Jhr. Mr. de Savornin Lohman
en om aan te dringen op het verleenen van een speciaal crediet voor
de in het volgend jaar te verwachten hoogst belangrijke veilingen van
een gedeelte van de collectie van liet kasteel Heeswijk. Van deze
adressen werd mededeeling gedaan aan enkele groote dagbladen.

Aan de uitnoodiging tot toetreding werd tot heden gevolg gegeven
door de volgende vereenigingen en personen, terwijl nog een aantal
tot heden geen antwoord zond, daar hiervoor noodig was de leden
hunner vereeniging te kennen. Toegetreden zijn als lid:

Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam.

Commissie van het Bisschoppelijk Museum te Haarlem.

Vereeniging die Haghe te 's Gravenhage.

Vereeniging Oud-Dordrecht te Dordrecht.

Commissie tot beheer over het gemeentemuseum te 's Gravenhage.
Provinciaal Utrechtsch Genootschap te Utrecht.
Dordrechtsch museum te Dordrecht.
Edamsch museum te Edam.

Vereeniging tot instandhouding van oude gebouwen te Dordrecht.
Commissie voor het provinciaal museum van oudheden te Assen.
 
Annotationen