Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0038

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
30

Een wapenverzameling in den zin van oordeelkundig samenge-
stelde reeksen van wapenen, waardoor een overzicht wordt aangeboden
van de wijzen waarop de menschen zich tegen aanvallen van anderen
verdedigd hebben, of anderen hebben aangevallen, was de Heeswijksche
heelemaal niet. Te hooi en te gras was zij, blijkbaar zonder eenige
leidende gedachte, bijeen gebracht. De kwestie van de echtheid der
voorwerpen daargelaten, viel het aanstonds in het oog, dat er nooit
naar gestreefd was een of ander beschavingstijdperk ook maar eenigs-
zins behoorlijk te doen vertegenwoordigen, hetgeen toch zeer wel
mogelijk ware geweest, indien men nagaat welke sommen vermoedelijk
aan de verzameling zijn ten koste gelegd. De Heeswijksche collectie
prikkelde dus in dit opzicht al tot kritiek.

Men kan nog verder gaan en zeggen, dat ook een respectabel
dilettantisme heeft ontbroken, een dilettantisme dat er b.v. voldoening in
vindt de voor het schoonheidsgevoel meest streelende zaken te koopen,
dat zonder naar een onderling verband te zoeken, of naar een geleide-
lijke ontwikkeling, met eclectisme uit een en ander tijdperk het mooiste
en het beste weet te halen. Ik zou mij kunnen voorstellen een verza-
meling waarin alleen die wapens werden gevonden, welke uit technisch
oogpunt het meest doeltreffend waren, welke als typen konden gelden
en een gebruikstijdperk als het ware resumeerden. Een verzameling
waarin alleen was opgenomen wat als artikel van kunstnijverheid belang
aanbood, zou eveneens interessant kunnen zijn; in geen vak toch wordt
zooveel vaardigheid in de metaalbereiding vereischt als in het vak van
den wapensmid.

Maar met de meeste welwillendheid, was van een dergelijk dilet-
tantisme geen spoor in den Heeswijkschen boedel te ontdekken.

De koopers schenen er, over het algemeen, echter genoegen mee
te nemen, want tot het samenstellen van een tropeetje boven een spie-
gel of boven een deur, elegant gestoffeerd met een sarong was hier
toch wel wat te vinden. Het komt er inderdaad voor dat doeleinde
minder op aan of een zwaard door het af- en op-slijpen den oorspron-
kelijken en rationeelen vorm totaal verloren heeft, of een degen geen
punt meer heeft, of een helm van blik is, zoo dun als postpapier.
"Wanneer het gevest er maar flink uitziet, wanneer de helm maar
schilderachtig is, zal de sarong de schamelheid van het overige wel
bedekken. Dat diezelfde koopers het ook niet zoo nauw namen met
het richtig werken van een pistool- of geweerslot, wanneer de kolf
mooi was ingelegd, kan ons niet verwonderen.

Onder gegeven omstandigheden was de houding van den beheer-
der van het Nederlandsch Museum aangewezen. Op zeer enkele uitzon-
deringen na, had hij zich te onthouden van het doen van aankoopen.

Om eenige seriën te noemen. — Uit de vroegere middeleeuwen
bezit het museum geen zwaard, de Heeswijksche verzameling bood er
 
Annotationen