Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (1.1899-1900)

84

gevel opgetrokken) buiten- later binnenmuur veel zwaarder was dan de
latere noordelijke buitenmuur. Eenigen tijd later heeft men tegen den
achtergevel van het gebouw een lage aanbouw neergezet met een af-
hellend dak, als vervolg van het dak van het oorspronkelijk gedeelte.
Inwendig kon men op den zolder nog aan den ouden achter- naderhand
binnenmuur de profielsteenen van de oude daklijst terugvinden. Een
houten trap in dien aanbouw leidde naar de bovenverdieping. Toen

evenwel onlangs de muren werden ontbloot en de fundamenten onder-
zocht (het geheele gebouw was door eene voor het huis aangebrachte
stoep en door ophooging van het omliggende terrein vrij wat in den
grond gekomen) vond men in den ouden achtergevel de sporen van een
poortje en juist daarachter in den grond de twee onderste treden van
een steenen trap. Bij verder onderzoek vond men in den achtergevel
juist daar, waar de wenteltrap volgens berekening de bovenverdieping
moest bereiken, weder een volgemetseld poortje en daarboven in den