DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:Moes, Ernst Wilhelm: De veilingen Rieke (31 October - 1 November) en Wurfbain (20 November - 22 November)
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0103
93
Over het verdwijnen van dergelijke collecties kan men verschil-
lend oordeelen. Ongeschonden zouden ze nooit na de veilingsoperatie
weer voorgelegd kunnen worden, want altijd blijft wel iets aan den
hamer van den afslager hangen, om dan eenige dagen later onherroe-
pelijk naar andere landen gezonden te worden. Maar de verzamelaars
hier hebben door deze verkoopingen toch ook juist de gelegenheid,
hunne collecties te vergrooten; en zoodoende is het resultaat meer een
verplaatsing van een en ander dan een verdwijning. Ik voor mij acht
de voordeelen van het laatste grooter dan de nadeelen van het eerste,
want het houdt de liefhebberij gaande. Wanneer alle particuliere ver-
zamelingen te eeniger tijd vastgelegd werden in musea en archieven,
dan zouden particuliere collecties al spoedig geheel onmogelijk worden,
en dat te verhoeden, daaraan is juist zoo zeer veel gelegen.
De uitkomst van beide veilingen heeft mijne verwachtingen in
deze niet beschaamd.
Het is gebleken, dat werkelijk onze stad nog betrekkelijk vele
verzamelaars telt, die, vooral rekening gehouden met de veranderde
toestanden der prijzen, flink voor den dag zijn gekomen. Dat blijkt uit
eenige opgaven die hieronder volgen. Maar eerst iets over beide atlassen
in het bijzonder.
Beide hebben een aanzienlijke afkomst aan te wijzen, al was de
atlas-Rieke van vrij wat bescheidener omvang en waarde dan de atlas-
Wurfbain. De eerste is ontstaan uit de auctie-Roos, in 1886 gehouden,
en bestond voor een groot deel uit teekeningen, die in de eerste helft
dezer eeuw door Baron van Leyden bijeengebracht waren. De vele
teekeningen van Gerrit Lamberts zijn vermoedelijk op deze wijze in den
atlas-Rieke gekomen.
De atlas-Wurfbain is door Lamberts zelf oorspronkelijk aange-
legd, en de eerste verzamelaar heeft zijn eigen collectie natuurlijk
ruimschoots van zijn eigen meestal historisch zoo vertrouwbare teeke-
ningen voorzien.
Het groot aantal teekeningen van Lamberts op beide veilingen
heeft den prijs ervan in 't minst niet gedrukt. Meer dan f 20.— is er
herhaaldelijk voor een betaald, eens zelfs f óo.—.
Ook dé twee verzamelaars, vader en zoon, Rieke waren zelf
teekenaars en beide collecties boden tal van hunne producten aan. Ook
hunne teekeningen muntten uit door groote topografische nauwkeurig-
heid, en op de veiling Wurfbain werd zells eens 1 óo.— voor een
teekening van \. M. A. Rieke besteed.
Afzonderlijk vermeld ik van de veiling Rieke een uitmuntende
teekening van Schouten (de Nieuwe Zijds Kapel te zien van het Rokin,
1798) die f 65.— en een teekening van Schouten en Lamberts (de
ingang van de Nieuwe Zijds Kapel in de Wijde Kapelsteeg) dié f 50.—
op hebben gebracht Nog zij slechts vermeld, dat deze auctie gehouden
Over het verdwijnen van dergelijke collecties kan men verschil-
lend oordeelen. Ongeschonden zouden ze nooit na de veilingsoperatie
weer voorgelegd kunnen worden, want altijd blijft wel iets aan den
hamer van den afslager hangen, om dan eenige dagen later onherroe-
pelijk naar andere landen gezonden te worden. Maar de verzamelaars
hier hebben door deze verkoopingen toch ook juist de gelegenheid,
hunne collecties te vergrooten; en zoodoende is het resultaat meer een
verplaatsing van een en ander dan een verdwijning. Ik voor mij acht
de voordeelen van het laatste grooter dan de nadeelen van het eerste,
want het houdt de liefhebberij gaande. Wanneer alle particuliere ver-
zamelingen te eeniger tijd vastgelegd werden in musea en archieven,
dan zouden particuliere collecties al spoedig geheel onmogelijk worden,
en dat te verhoeden, daaraan is juist zoo zeer veel gelegen.
De uitkomst van beide veilingen heeft mijne verwachtingen in
deze niet beschaamd.
Het is gebleken, dat werkelijk onze stad nog betrekkelijk vele
verzamelaars telt, die, vooral rekening gehouden met de veranderde
toestanden der prijzen, flink voor den dag zijn gekomen. Dat blijkt uit
eenige opgaven die hieronder volgen. Maar eerst iets over beide atlassen
in het bijzonder.
Beide hebben een aanzienlijke afkomst aan te wijzen, al was de
atlas-Rieke van vrij wat bescheidener omvang en waarde dan de atlas-
Wurfbain. De eerste is ontstaan uit de auctie-Roos, in 1886 gehouden,
en bestond voor een groot deel uit teekeningen, die in de eerste helft
dezer eeuw door Baron van Leyden bijeengebracht waren. De vele
teekeningen van Gerrit Lamberts zijn vermoedelijk op deze wijze in den
atlas-Rieke gekomen.
De atlas-Wurfbain is door Lamberts zelf oorspronkelijk aange-
legd, en de eerste verzamelaar heeft zijn eigen collectie natuurlijk
ruimschoots van zijn eigen meestal historisch zoo vertrouwbare teeke-
ningen voorzien.
Het groot aantal teekeningen van Lamberts op beide veilingen
heeft den prijs ervan in 't minst niet gedrukt. Meer dan f 20.— is er
herhaaldelijk voor een betaald, eens zelfs f óo.—.
Ook dé twee verzamelaars, vader en zoon, Rieke waren zelf
teekenaars en beide collecties boden tal van hunne producten aan. Ook
hunne teekeningen muntten uit door groote topografische nauwkeurig-
heid, en op de veiling Wurfbain werd zells eens 1 óo.— voor een
teekening van \. M. A. Rieke besteed.
Afzonderlijk vermeld ik van de veiling Rieke een uitmuntende
teekening van Schouten (de Nieuwe Zijds Kapel te zien van het Rokin,
1798) die f 65.— en een teekening van Schouten en Lamberts (de
ingang van de Nieuwe Zijds Kapel in de Wijde Kapelsteeg) dié f 50.—
op hebben gebracht Nog zij slechts vermeld, dat deze auctie gehouden