Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Rijks Museum van Schilderijen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0128

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
n8

De nieuwe Historische Galerij betredende van de Oranje-zaal
vindt men in de eerste afdeeling rechts de voortzetting der Oranje-
portretten, links de portretten van vreemde vorsten benevens de twaalf
tafereelen uit den opstand der Batavieren tegen de Romeinen door
Otto Venius geschilderd en in 1613 door de Staten Generaal aange-
kocht. Deze stukken wier kunstwaarde niet groot is, namen in de eigen-
lijke kunstverzameling een te groote plaats in; aldaar had men met één
der twaalf kunnen volstaan. Ik was gelukkig in het min of meer histo-
rieele der voorstellingen eene aanleiding te vinden om ze daaruit te
lichten en in de nieuwe afdeeling op goed licht te hangen.

Twee wanden tegenover den ingang zijn behangen met de vele
kleine portretten der Oranje-Vorsten en hunne krijgsmakkers uit het
huis Honselaarsdijk afkomstig. Daarmede sluiten aan in de tweede afdee-'
ling vier wanden met portretten van veldoversten, afbeeldingen van
gebeurtenissen uit de oorlogen te velde, portretten van staatslieden en
van andere beroemde personen.

In deze afdeeling is ook een begin gemaakt met ons zeewezen dat
verderop de geheele zaal vult. Een kabinet, het middelste, bevat de
portretten uit het geslacht de Ruyter; in het laatste zijn de met de
pen geteekende schilderijen van Willem Van de Velde den Ouden bij
elkaar opgehangen; op dezen werden de opschriften aangebracht. Ik maak
hier met dankbaarheid melding van de aanwijzing mij door den heer
Haverkorn van Rijsewijk verstrekt ten aanzien van de penteekening
onder No. 1502 van den catalogus Bredius vermeld als de tocht naar
Chattam, maar die in werkelijkheid voorstelt een mislukten aanval der
Engelschen op de retour-koopvaardijvloot in de haven te Hergen in
Noorwegen in 1665.

In de galerij leidende naar de Rembrandtzaal, de zoogenaamde
Eeregalerij, hadden ook veranderingen plaats; eenige belangrijke schut-
terstukken werden tot op de lambrizeering neder gelaten, verschillende
schilderijen werden er uit verwijderd om in de nieuw ingerichte zalen
als middenstukken dienst te doen; de rijk gebeeldhouwde lijsten om
de portretten van Van Beverningh en echtgenoote door Jan de Baen
werden opnieuw verguld. Aldaar werd afgezien van eene plaatsing
schoolsgewijze of in chronologische orde der schilderijen omdat men
door de ongelijkmatige verlichting der wanden te veel gebonden is
evenals door de afmetingen en qualiteit der stukken.

Door de nieuwe installatie is nu verkregen dat het museum-
thans in twee dcelen gesplitst is; de oostelijke helft welke bevat de
doorloopende collectie Hollandsche kunst benevens een zaal aan de
vreemde scholen gewijd en. de zaal voor de corporatiestukken. De
westelijke helft bevat de collectie-schenkingen die bijeen behooren
te blijven, t.w. Van der Hoop, I. S. H. van de Poll, Dupper, de Witte
van Citters, I. S. R. van de Poll, dan de schildersportretten, de por-
 
Annotationen