Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Joosting, Jan G. C.: Urnen-vondsten in Drente
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0139

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
129

's Middags begaven wij ons allereerst naar den heer Hiegentlich, die
voorwerpen had aangekocht, uit dezelfde streek afkomstig doch weder
met geheel afwijkend type. Men vond daaronder een staand kruis,
waarom zich een slang windt, zittende menschen, honden en beeren enz.;
o. a. ook een soort peperbus met betrekkelijk groote gaten, overeen-
komende met soortgelijke voorwerpen, zooals er reeds in het museum
waren opgenomen en door ons 's morgens waren bezichtigd. Terstond
kon Dr. Pleyte vaststellen, dat zij waren vervaardigd op dezelfde wijze
en van gelijke stof, als de kandelaars in de oudste christenkerken in
ons land; zij waren eveneens rood gekleurd; het kruis met den slang
deed natuurlijk denken aan christelijke ornamentiek. Vrij zeker konden
dus deze voorwerpen geacht worden 800 a 1000 jaar oud te zijn.
Opmerkelijk was echter, dat deze voorwerpen gevonden waren bij en
onder dezelfde omstandigheden als die in het museum en dat zij we-
derom vertoonden Frankische ornamentiek. Zoodoende werd eene wel-
kome bevestiging gevonden van hetgeen dien morgen als hoogstwaar-
schijnlijk was vastgesteld. Ook werd overeenkomst vastgesteld van enkele
voorwerpen met urnen uit de heemsteden.

Ken onderzoek ter plaatse werd des Zondags ondernomen. Te
Exlo bij den burgemeester van Odoorn, J. G. Borgesius, werden mede-
deelingen ontvangen omtrent het in zijne tegenwoordigheid opgraven
van vaatwerk, die wezen op het betrouwbare van vele ontvangen
mededeelingen omtrent de vondsten; tevens werd hij bekend gemaakt
met de verschillende gronden, waarop het resultaat van den vorigen dag was
vastgesteld. Het terrein werd onderzocht en bevonden als was verhaald,
terwijl ook nog enkele achtergebleven scherven werden medegenomen.
Ten slotte werd nog opgegraven een stuk vaasje met Frankische
motieven, dat gevonden werd bij scherven van een oud soort urn en
houtskool.

Alleszins was dus het onderzoek geslaagd en de gemoederen,
die zeer in beroering waren gebracht geworden door Dr. Pleyte's
twijfel, keerden weer terug tot hunne oude rust. Ook Gedeputeerde
Staten van Drente, die naar aanleiding van den vernomen twijfel van
Dr. Pleyte inlichtingen hadden gevraagd omtrent de echtheid van het
voor het subsidie gekochte, konden gerust gesteld worden.

Vervalschingen zijn niet uitgebleven, doch daarbij bleek tevens van
de ongeoefendheid der vervalschers. Men trachtte eene groote vierkante
urn na te bootsen, zooals Leiden er een paar ontving en ook ons museum
er twee bezit; een sigarenkistje werd daarvoor genomen, omkleed met
leem en geroosterd bij den haard: doch ziet, sporen van papier werden
in de hoeken gevonden en bij een ander exemplaar zelfs afdruk van
de op het kistje ingebrande letters. Vaasjes werden nagemaakt, doch
liepen terstond in het oog door afwijkende kleur en veel ruwere be-
werking. In hoeverre er onder de aangekochte voorwerpen vervalschingen
 
Annotationen