Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Kapel Marienberg en Boddelpoort te Nijmegen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0187

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
176

echter aan de soliditeit en het behoud van het gebouw weinig nadeel
doet, omdat het duidelijk een gevolg is van eene zetting in het muur-
werk, kort na of tijdens de opmetseling.

Als kerkgebouw is deze kapel zeer belangrijk, daar zij het eenige
voorbeeld is van deze grootte en volmaaktheid met een bovenkoor.
Een enkel voorbeeld maar op veel kleinere schaal, vertoont de Waalsche
kerk te Haarlem. Voor de geschiedenis van Nijmegen in 't bijzonder
en voor de bouwkunst in 't algemeen mag dit monument niet vernietigd
worden, zonder zeer afdoende en dringende redenen, die echter in het
onderhevige geval niet bestaan.

Aanleiding tot het besluit om dit gebouw af te breken, schijnt
men gevonden te hebben in het verlangen om eene straat te maken
voor de bestaande school voor lager onderwijs en tevens om aan deze
schoollokalen meer licht te bezorgen, hetgeen echter te verkrijgen is
ook met behoud der kapel, hetzij door eene wijziging te maken in de
richting der nieuwe straat, hetzij door eene square te maken om school
en kapel.

Ken gebouw, in zulken goeden staat, heeft voor een stad als
Nijmegen ook groote waarde om er de een of andere gemeentelijke
inrichting te maken.

Ik hoorde spreken van de behoefte aan een centraal-bureau voor
den telephoondienst. Zoowel het gebouw zelf, door zijn hechtheid,
uitgebreidheid en doelmatige ligging, schijnt mij ten zeerste aanbevelens-
waardig te zijn voor eene dergelijke bestemming.

In elk geval is het in het belang van de bouwkunst in 't algemeen
en voor Nijmegen in 't bijzonder, dat men zulk een gebouw behoude.
Men zoude er inderdaad later groote spijt van hebben een dergelijke
belangrijke stichting gesloopt te hebben.

Ook bezocht ik dien dag de Hoddelpoort, vroeger genaamd
Machermans, Machmans of Marindepoort aan de Waalkade. Het is een
kleine middeleeuwschc stadspoort, gedeeltelijk in den opgehoogden
grond begraven, waarvan enkel het bovengedeelte van den rondboog
nog zichtbaar is met den daarboven opgetrokken bovenbouw, versierd
met een boogfrics in baksteen. De rondboog' der poort vertoont zware
profileeringen in hardsteen en wijst op eene vroegtijdige periode.

Ik heb den heer Burgemeester aangeraden dit gebouw uiet te
sloopen, maar den grond te laten afgraven en dit zoo interessant
overblijfsel van het oude Nijmegen te sparen.

Wanneer de muren der leelijkc fabriek zullen zijn weggebroken
zal het karakteristieke poortje, na een weinig geconsolideerd te zijn en
door eenige planten en boomen omgeven, een schilderachtig aanzien
geven aan deze plek. Te meer is dit wenschelijk te Nijmegen, waar zoo
weinig bewaard is gebleven van hetgeen aan de oude vesting herinnert,
terwijl men nog mag zeggen, dat in ons land, over 't algemeen geno-
 
Annotationen