Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Officieele Mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0033

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
25

Stedelijk museum van oudheden te Utrecht.
Commissie van toezicht op het stedelijk museum te Alkmaar.
Commissie voor het museum van kunstnijverheid te Haarlem.
Commissie voor het stedelijk museum te Haarlem.
Commissie voor het gemeente-museum de Lakenhal te Leiden.
Vereeniging Rembrandt te Amsterdam.

Commissie van administratie over het museum van oudheden voor

de provincie en de stad Groningen te Groningen.
Dr. W. Pleyte, directeur van het rijksmuseum van oudheden

te Leiden.

F. A. Hoefer, conservator van het Overijselssch museum te

Zwolle.

stedelijk museum te Vlissingen.
rijksmuseum van oudheden

te Leiden.
Museum Amstelkring te Am-
sterdam.

Dr. J. D. E. Schmeltz, directeur van het etnographisch museum

te Leiden.

J. F. A. Lindsen, conservator van het aartsbisschoppelijk museum

te Utrecht.

J. Kalff, assistent aan het Nederl. Museum te Amsterdam.
J. H. W. Unger, beheerder van de stedelijke oudheidkamer te

Rotterdam.1)

Van de benoemde correspondeerende leden werd tot heden de
benoeming aanvaard door 30 personen.2) De lijst der correspondeerende
leden zal nader in het bulletin worden gepubliceerd.

De bulletincommissie gaf reeds blijken van hare werkzaamheid
door het verschijnen van het eerste nummer van het bulletin, hetwelk
algemeen in de pers een gunstig onthaal mocht vinden.

Reeds van het eerste nummer mocht' de commissie de mede-
werking van verschillende personen verkrijgen, terwijl ook voor het
volgend nummer verschillende bijdragen zijn toegezegd. Wij vertrouwen
hierbij op de hulp van onze correspondeerende leden. Voor het drukken
werd op billijke voorwaarden eene overeenkomst gesloten met den
heer D. Reidel te Dordrecht.

1) Later zijn nog toegetreden:

Het Provinciaal Noord-Brabantsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen te
's Hertogenbosch,

A. Pit, directeur Nederlandsch museum te Amsterdam,

Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers, als referendaris van Kunsten en Wetenschappen,
Bas Veth, conservator-van Oud-Dordrecht,

A. C. baron Snouckaert van Schauburg, directeur huisarchief van H. M. de Koningin
te 's Gravenhage,

Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers, als directeur Gevangenpoort te 's Gravenhage,

Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, hoofd-directeur Rijksmuseum te Amsterdam,

Dr. W. .1. de Dompierre de Chaufepié, directeur Kon. Penning-Cabinet te 's Gravenhage.

en P. Haverkort! van Rijsewijk, directeur Museum Boymans te Rotterdam.

2) Later zijn nog 5 correspondeerende leden toegetreden.

C. P. J. Dommisse, « « «

Dr. R. Jesse, « « «

B. J. M. de Bondt, « « «
 
Annotationen