Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Muller, Samuel; Pit, Adriaan: Over Museum-catalogussen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0114

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
104

merkwaardig product eener oude industrie, menig document van groot
historisch belang alleen in de kleine musea voor ons bewaard is. Maar
een min of meer volledig overzicht van eene tak van kunstindustrie,
eene serie typen van bepaalde soorten van voorwerpen vindt men daar
nooit en zal men daar nooit vinden.

Vergis ik mij, als ik vermoed, dat gij, die zonder twijfel het
probleem, dat de catalogus van het Nederlandsche museum aanbiedt,
op bevredigende wijze zult oplossen, tegenover het veel moeielijker
probleem van den catalogus van een lokaal museum toch eenigszins verlegen
zoudt staan? Vergis ik mij, zoo ik meen, dat gij, nogmaals denkende
aan de onlogische en gebrekkige indeeling van den catalogus van mijn
museum, te mijner verontschuldiging thans nog een ander motief zult
weten aan te voeren dan mijne pnervafenheid?

Ziehier wat ik onverwogen heb, toen ik indertijd die indeeling
maakte. Een museum als het mijne heeft gewoonlijk aanvankelijk de
meeste waarde voor de geschiedenis der stad: een historisch museum
dus. Voor de hand zou het dus gelegen hebben, al de afbraak van
de St. Mariakerk, van het oude stadhuis en van andere gebouwen bij
elkaar te brengen, en al die fragmenten volgens hunne afkomst te
rangschikken en te beschrijven. Daarnaast zouden de herinneringen aan
den magistraat en die aan de gilden, schutterijen en andere genoot-
schappen eene plaats gevonden hebben. En de penningverzameling zou
zich daarbij geleidelijk aangesloten hebben.

Maar de belangstelling van het publiek had reeds vóór mijne
komst de collectie vermeerderd met honderden voorwerpen, waaraan
met den besten wil geen historisch tintje te ontdekken viel: potten en
pannen, meubels, stadsgezichten enz. enz. En aangezien het niet aanging
deze voorwerpen in de historische indeeling op te nemen, besloot ik
omgekeerd de historische voorwerpen over de verschillende nummers
van mijn kultuurhistorisch museum in miniatuur te verdoelen. Veel
beter gelukte dit, Er waren belangrijke fragmenten van kerkbouw en
huizenbouw, — talrijke voorwerpen, behoorende tot het meubilair onzer
kerken, vooral in de middeleeuwen, — allerlei huisraad, dat in ver-
schillende groepen te verdeelen viel, — en eindelijk eene reeds vrij
volledige muntverzameling. De herinneringen aan het stedelijk bestuur
en aan de verschillende corporatiën sloten zich daarbij niet al te goed
aan. Maar met eenigen goeden wil konden die voorwerpen dan toch
beschouwd worden, als vormende eene afzonderlijke afdeeling: het
publiekrechtelijke huisraad der burgerij, naast het alledaagsche huisraad,
dat hare woningen hadden geleverd. En onder dat alledaagsche huisraad
had desnoods ook de penningverzameling opgenomen kunnen worden.
Maar dit stuitte mij ten slotte toch tegen de borst, en ik liet dus de
penningverzameling maar liever in haar geheel, temeer omdat ik dan
vrijheid had, ook de talrijke zegelstempels en zegels tot eene afzonder-
 
Annotationen