Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI issue:
Nr. 4
DOI article:
Rijks Museum van Schilderijen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0127

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
ii7

verzamelingen als vastgelegd werd. Ik behoef slechts te wijzen op de
zalen aangewezen voor de collecties Dupper, I. S. H. van de Poll, de
Witte van Citters, Van der Hoop, Liotard en eindelijk op de moderne
afdeelingen. Ik heb mij dan ook verplicht gezien na de ontruiming der
moderne schilderijen met dit stelsel te breken en alleen dan rekening
te houden met de bestemming door de versiering aangegeven wanneer
dit was overeen te brengen met de naar mijn oordeel meer rationeele
schikking der schilderijen.

Zoo werden de schilderijen vormende de verzamelingen Van de
Poll en Dupper overgebracht van den oostelijken naar den westelijken
vleugel in twee zalen aansluitende met de verzameling Van der Hoop
waarmede zij een goed geheel vormen, zoowel wegens het gehalte
der stukken als wegens hunne gelijksoortige belijsting.

Door de overbrenging der Van de Poll- en Duppervcrzamelingen
kwamen twee zalen vrij waarin een honderdtal schilderijen konden wor-
den opgenomen welke in min of meer chronologische orde in aansluiting
gebracht werden met die in de twee voorafgaande zalen, zoodat men
nu een serie van 4 zalen verkregen heeft, bevattende Hollandsche
Kunst beginnende met de primitieven en voortgaande tot omstreeks de
laatste helft der 17° Eeuw; uitloopendc op de zaal met de corporatie-
stukken en op die waarin de Staalmeesters en de Anatomie van Dr.
Deyman van Rembrandt op noord-zijlicht hangen.

De kleine kabinetten aan den voorgevel zijn weinig veranderd,
aldaar bleven wegens het uitstekende licht de beste stukken der Hol-
landsche School tentoongesteld, enkele groote van den eersten rang in
de oostelijke en de fijnere kabinetstukken in de westelijke.

Twee zalen in den oostelijkcn vleugel waren nu beschikbaar tot
herberging van de zoogenaamde Historische Galerij: de kleinere bestemd
voor de portretten van de Vorsten uit de huizen van Oranje-Nassau
en Nassau-Dietz tot op den Koning-Stadhouder Willem III en Hendrik
Casimir I, de grootere, de voormalige Waterloo-zaal, tot opname van
de portretten uit het Oranje-huis tot op Prins Willem V, die van
vreemde Vorsten, veldoversten en Staatslieden, eindelijk van de schilde-
rijen en portretten betrekking hebbende op leger, vloot en koloniën.

Uitteraard viel het tentoonstellen in eene beperkte ruimte van
zoo vele schilderijen van zeer verschillend kunstgehalte niet mede; zoo-
veel mogelijk werd aan de ruimte tegemoet gekomen door de verdeeling
der groote zaal door dwarsschotten in 5 afdeelingen ieder van 2 kabi-
netten zoodat bij het ophangen eenigszins systematisch te werk kon
worden gegaan; maar waar men rekening te houden had behalve met
de groepeering met de afmetingen van sommige zeer groote doeken,
met het groote verschil in kunstgehalte der schilderijen vooral der por-
tretten, met de goed en minder goed verlichte wanden enz. stuitte men
op allerlei moeilijkheden,
 
Annotationen