DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Verslagen van Vereenigingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0183
I72
Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde te
Leeuwarden.
Verslag 1898—1899.
Aan dit verslag ontleenen wij, dat er middelen beraamd zullen
worden tot conservatie van de lijken in den grafkelder te Wieuwerd,
waar de toestand onvoldoende is. Vergeefsche pogingen werden gedaan
om een poortje van de onlangs gesloopte Westerkerk te Harlingen te
koopen.
Onder de aanwinsten van het Museum bekleeden die ouder dan
de tiende eeuw wederom de voornaamste plaats. Bijzonder de aandacht
wordt gevestigd op een beenen haarnaald als type van een specifiek
Friescli product, op de fraaie Carolingische mantelspeld, die in dit
Bulletin (p. 72) reeds besproken is, en op een Romeinsch bronzen vaasje,
afgebeeld in Pleyte's Nedcrlandsche Oudheden, Friesland, pl. XXVI,N°. 7.
De bijzondere zorg waarmede de lijsten van aanwinsten bewerkt
zijn, zij andere conservatoren tot navolging aanbevolen.
Een goed geslaagde afbeelding in kleuren van het zwaardje van
Arum met runenschrift, in 1895 gevonden, is vergezeld van een uit-
voerige toelichting van den conservater Mr. P. C. J. A. Roeles.
Jaarverslag van de vereeniging ,,Die Haghe" 1898—1899.
De toestand der vereeniging is zeer gunstig. Het ledental neemt
steeds toe en bestond op 1 Januari 1900 uit 226 werkende leden, 266
buitengewone en 14 correspondeerende leden. Het bestuur onderging
eene wijziging door het uittreden van den voorzitter den heer Servaas
van Royen in wiens plaats benoemd werd de gep. kolonel F. de Bas.
Verschillende lezingen en kleine tentoonstellingen hielden de
belangstelling gaande.
Den 29sten December 1898 werd een gedenksteen met de buste van
Simon Stevin onthuld, geplaatst in een huis, Raamstraat 47, bij welke
gelegenheid de heer Th. Morren in korte trekken een levensschets gaf
van den beroemden wiskundige en leermeester van Prins Maurits.
Na afloop van het vredescongres werd aan de leden gelegenheid
verschaft de Oranjezaal «in eongres-toilet« te bezichtigen, en later
maakten velen van de uitnoodiging gebruik tot bezichtiging van de
kunstaardewerkfabriek Rozenburg. Ook de tocht naar Haer-Zuylcn,
ter gelegenheid van de vergadering van den Ned. Oudheidk. Bond
wordt herdacht, waaraan «Die Haghe« met 64 leden deelnam. Moge
deze vereeniging nog dikwijls zulke blijken van belangstelling in den
Bond geven.
Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde te
Leeuwarden.
Verslag 1898—1899.
Aan dit verslag ontleenen wij, dat er middelen beraamd zullen
worden tot conservatie van de lijken in den grafkelder te Wieuwerd,
waar de toestand onvoldoende is. Vergeefsche pogingen werden gedaan
om een poortje van de onlangs gesloopte Westerkerk te Harlingen te
koopen.
Onder de aanwinsten van het Museum bekleeden die ouder dan
de tiende eeuw wederom de voornaamste plaats. Bijzonder de aandacht
wordt gevestigd op een beenen haarnaald als type van een specifiek
Friescli product, op de fraaie Carolingische mantelspeld, die in dit
Bulletin (p. 72) reeds besproken is, en op een Romeinsch bronzen vaasje,
afgebeeld in Pleyte's Nedcrlandsche Oudheden, Friesland, pl. XXVI,N°. 7.
De bijzondere zorg waarmede de lijsten van aanwinsten bewerkt
zijn, zij andere conservatoren tot navolging aanbevolen.
Een goed geslaagde afbeelding in kleuren van het zwaardje van
Arum met runenschrift, in 1895 gevonden, is vergezeld van een uit-
voerige toelichting van den conservater Mr. P. C. J. A. Roeles.
Jaarverslag van de vereeniging ,,Die Haghe" 1898—1899.
De toestand der vereeniging is zeer gunstig. Het ledental neemt
steeds toe en bestond op 1 Januari 1900 uit 226 werkende leden, 266
buitengewone en 14 correspondeerende leden. Het bestuur onderging
eene wijziging door het uittreden van den voorzitter den heer Servaas
van Royen in wiens plaats benoemd werd de gep. kolonel F. de Bas.
Verschillende lezingen en kleine tentoonstellingen hielden de
belangstelling gaande.
Den 29sten December 1898 werd een gedenksteen met de buste van
Simon Stevin onthuld, geplaatst in een huis, Raamstraat 47, bij welke
gelegenheid de heer Th. Morren in korte trekken een levensschets gaf
van den beroemden wiskundige en leermeester van Prins Maurits.
Na afloop van het vredescongres werd aan de leden gelegenheid
verschaft de Oranjezaal «in eongres-toilet« te bezichtigen, en later
maakten velen van de uitnoodiging gebruik tot bezichtiging van de
kunstaardewerkfabriek Rozenburg. Ook de tocht naar Haer-Zuylcn,
ter gelegenheid van de vergadering van den Ned. Oudheidk. Bond
wordt herdacht, waaraan «Die Haghe« met 64 leden deelnam. Moge
deze vereeniging nog dikwijls zulke blijken van belangstelling in den
Bond geven.