DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:Korte Mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0060
55
merkwaardige verdedigingswerk van den zetel van het Markiezaat van
Veere en Vlissingen zeer tc betreuren en een groot verlies voor de
gemeente zou zijn«;
dat, waar door den gemeenteraad, ter verdediging van het door
hem genomen besluit tot verkoop van den Campveerschen toren, in zijn
adres mede een beroep wordt gedaan op den ongunstigen toestand der
gemeenlefinanciën, welke geheel onvoldoende zouden zijn om het
gebouw naar den eisch in stand te houden, uit een deskundig onderzoek
is gebleken, dat de meest dringend gevorderde kosten tol instandhou-
ding van den toren gevoegelijk over een tijdvak van meerdere jaren
zullen kunnen verdeeld worden, en dat daarna de kosten van gewoon
onderhoud slechts een luttele uitgaaf per jaar zullen vorderen;
dat bovendien — al mogen, tot een volledig en oordeelkundig
herstel van den Campveerschen toren in zijn voormaligen toestand, ook
veel grootere uitgaven worden gevorderd — de ongunstige staat, waarin
de geldmiddelen der gemeente Veere zich bevinden, voor den gemeen-
teraad toch nog allerminst afdoenden grond kan opleveren tot verkoop
van den toren, zoolang aan het gemeentebestuur uit geen enkele vruch-
teloos door hem aangewende poging is gebleken, dat, ter tegemoet-
koming in de kosten van bovenbedoeld herstel, geen geldelijke bijdrage,
hetzij van het rijk, hetzij van de provincie, hetzij van particulieren voor
de gemeente is te verwachten.
Betreffende het restaureeren van den Domtoren, vreezen R. en
W. van Utrecht dat het overleg met den minister van binnenlandsche
zaken nog niet zal leiden tot het uittrekken over 1901 van een bijdrage
als subsidie van het Rijk. De directeur der gemeentewerken dringt er
echter op aan, om met het herstellen van de lantaarns een aanvang
te maken, en derhalve zijn daarvoor f 10.000 op de begrooting uitge-
trokken.
N. R. Ct.
Het Bouwkundig Weekblad van 4 Augustus 1.1. No. 31 bevat
een uitvoerig artikel van A. J. Revers voor de restauratie van het
raadhuis te Kampen.
merkwaardige verdedigingswerk van den zetel van het Markiezaat van
Veere en Vlissingen zeer tc betreuren en een groot verlies voor de
gemeente zou zijn«;
dat, waar door den gemeenteraad, ter verdediging van het door
hem genomen besluit tot verkoop van den Campveerschen toren, in zijn
adres mede een beroep wordt gedaan op den ongunstigen toestand der
gemeenlefinanciën, welke geheel onvoldoende zouden zijn om het
gebouw naar den eisch in stand te houden, uit een deskundig onderzoek
is gebleken, dat de meest dringend gevorderde kosten tol instandhou-
ding van den toren gevoegelijk over een tijdvak van meerdere jaren
zullen kunnen verdeeld worden, en dat daarna de kosten van gewoon
onderhoud slechts een luttele uitgaaf per jaar zullen vorderen;
dat bovendien — al mogen, tot een volledig en oordeelkundig
herstel van den Campveerschen toren in zijn voormaligen toestand, ook
veel grootere uitgaven worden gevorderd — de ongunstige staat, waarin
de geldmiddelen der gemeente Veere zich bevinden, voor den gemeen-
teraad toch nog allerminst afdoenden grond kan opleveren tot verkoop
van den toren, zoolang aan het gemeentebestuur uit geen enkele vruch-
teloos door hem aangewende poging is gebleken, dat, ter tegemoet-
koming in de kosten van bovenbedoeld herstel, geen geldelijke bijdrage,
hetzij van het rijk, hetzij van de provincie, hetzij van particulieren voor
de gemeente is te verwachten.
Betreffende het restaureeren van den Domtoren, vreezen R. en
W. van Utrecht dat het overleg met den minister van binnenlandsche
zaken nog niet zal leiden tot het uittrekken over 1901 van een bijdrage
als subsidie van het Rijk. De directeur der gemeentewerken dringt er
echter op aan, om met het herstellen van de lantaarns een aanvang
te maken, en derhalve zijn daarvoor f 10.000 op de begrooting uitge-
trokken.
N. R. Ct.
Het Bouwkundig Weekblad van 4 Augustus 1.1. No. 31 bevat
een uitvoerig artikel van A. J. Revers voor de restauratie van het
raadhuis te Kampen.