Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.1900-1901

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Boekbeoordeeling en Aankondiging
DOI Artikel:
Korte Mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0261

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
253

reproduceeren, cn behoorde Duplessis, Essai de bibliographie, zeer stellig
als No. i in de rubriek a te staan, terwijl Hirth u. Muther's Meister-
Holzschnitte aus vier Jahrhunderten had moeten overgebracht zijn naar
de rubriek d, die zeer exclusief uitsluitend voor verzamelwerken van
etsen is opengesteld.

Maar dergelijke kleine vergrijpen tasten de waarde van het geheel
nauwelijks aan.

Hoofdzaak is, dat de titels kort en toch voldoende afgeschreven
zijn, en deze op zoodanige wijze gerangschikt, dat men nooit den cata-
logus zal raadplegen, zonder volledig omtrent de voorhanden boeken-
schat ingelicht te zijn.

Amsterdam. E. W. Moes.

Korte Mededeelingen.

Restauratie van bouwwerken.

In No. 25 van jaargang 1901 van «De Nederlandsche Spectator«
vindt men op blz. 196—198 eenige aanhalingen met een paar woorden
van den heer A. W. Weissman. Weinige woorden, maar toch genoeg
0111 enkele onhebbelijkheden te debitecren, waarvoor wij willen aannemen,
dat de redactie in den dommel was, toen zij die deed afdrukken.

De schrijver sluit zich aan bij de overdreven tirade van Ruskin,
waarin deze zich tegen de restauratie van bouwwerken verzet en alleen
middelen tot behoud wil zien toegepast «en bekommer u niet om het
aanzien, dat het gebouw door deze hulpmiddelen krijgt.«

Restauraties, die in een herbouw dreigen te ontaarden, zooals, om
een sprekend voorbeeld te noemen, de herbouw van den Hoh-Königs-
burg in den Klzas, zullen bij geen deskundige instemming vinden, en
tusschen dergelijke absurditeiten en een zuiver alleen zich tot voorziening
beperkende versterking van den bouw liggen tal van schakeeringen
waarbij verschil van gevoelen kan bestaan over het al of niet te veel
afwijken van de zuiver tot behoud strekkende middelen. Doch dit geeft
niet het recht te schrijven: «Men heeft mij gezegd, dat door soort-
gelijke restauraties menschen, die anders niet zouden rondkomen, aan een
passenden werkkring geholpen zijn. Maar waaroirï moesten nu juist zulke
gcdenktcckencn aan deze mcnschlievendheid worden ten offer gebracht.*
 
Annotationen