Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.1900-1901)

22Ó

van Rijsewijk, J. A. Heuff, Dr. M. E. Houck, Dr. C. Hofstede de Groot,
J. Kalf, A. 0. van Kerkwijk, G. J. Landweer Jr., Dr. W. Martin, D.
C. Meyer Jr., Mr. S. Muller Fzn., H. G. A. Obreen, C. H. Peters,
Prof. Jhr. J. Six, W. Steenhoff, Jhr. Mr. V. Et L. 'de Stuers, P. A.
von Saher en M. G. Wildeman. De verschillende bijdragen deden den
omvang van het Bulletin van 184 bladzijden voor No. 1—5 van den
eersten jaargang steigen tot 220 bladzijden voor No. 1—5 van den
jaargang 1900—1901. Door het toenemen van leden en abonné's moest
de oplage van het Bulletin belangrijk worden vergroot. Het Pulletin
vond geregeld bespreking in binnen- en buitenlandsche bladen.

Voor de voorbereiding der algemeene vergadering werd in
overleg getreden met den heer W. J. Tuyn te Edam. Eenige heeren
werden uitgenoodigd eene commissie van ontvangst te vormen. Gaarne
brengt het bestuur haren dank aan de leden dezer commissie voor de
welwillende medewerking en de uitstekende voorbereiding van deze
vergadering,

Namens het bestuur:
Mr. J. C. Üvervoorüe, secretaris.

Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd, het bescherm-
vrouwschap over den Ned. Oudheidkundigen Bond te aanvaarden.

Toegetreden als lid van den Ned. Oudheidkundigen Bond:
«Gelre« Vereeniging tot beoefening van Geldersche geschiedenis oud-
heidkunde en recht.

Bescherming van Monumenten.

Lezing, gehouden op de vergadering van den Nederl. Oudheidkundigen
Bond, te Edam den 22 Juni 1901 door Mr. J. C. Overvoorde.

In de laatste jaargangen van het Bulletin van den Hond gaf ik
een meer uitvoerig overzicht van de buitenlandsche wetgevingen op het
gebied der bescherming van monumenten en van hetgeen hiervan voor