DOI issue:
Nr. 2
DOI article:Overvoorde, J. C.: Bescherming van Monumenten, [1]
DOI article:Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Page / Citation link:https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0073
68
verslagen en publicaties over de voornaamste geclasseerde bouwwerken
de belangstelling hiervoor wekken en de kennis hierover helpen ver-
meerderen.
Dergelijke uitgaven verschenen in Frankrijk sinds 18 55 (Archives
de la Commission des Monuments historiques, par ordre de S. K. Mr.
Achille Fould, Ministre d'État) en later in Duitschlatid, Oostenrijk enz.
De opgave der in Duitschland reeds verschenen inventarissen vindt
men in de «Denkmalpflcgc, ausk. Organ des Ministeriums« en het
«Beiblatt des Centralblatts der Bauverwaltung« 1899, Band I, p 23—26
en Band II, p, 24. In Nederland verschenen, behalve enkele detail-
studies, 2 afleveringen van Mededeelingen van de Rijksadviseurs voor
de monumenten van geschiedenis en kunst en sinds 1852 eene serie
Afbeeldingen van bestaande Gebouwen, uitgegeven door de M'i- tot
bevordering der Bouwkunst te Amsterdam.
De maatregelen ter bescherming der geclasseerde gebouwen te
nemen, bespreken wij in de volgende aflevering.
( Wordt vervolgd.)
J. C. OvERVOORDE.
Berichten over Nederlanclsche Musea.
Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst.
Aanwinsten.
Nu onlangs weer eenige belangrijke aankoopen de verzameling
van Delftsch aardewerk zijn komen verrijken, is het gewenscht na te
gaan op welke hoogte wij staan, welke waarde de verzameling heeft, als
representeerende het oude Nedcrlandschc fabrikaat. Want, aangezien
men betrekkelijk laat begonnen is Delftsch aardewerk voor het Neder-
landsch Museum aan te koopen en thans niet meer te kust en te keur
voor weinig geld de beste voorbeelden van alle soorten te bekomen
zijn, dient men er op uit te zijn, althans van de eerste fabrikanten een
goed werkstuk te krijgen, en is men bezorgd, door onvoldoende kennis
van zaken, de beschikbare penningen voor minder nuttige exemplaren
te besteden.
Ofschoon nu de verzameling niet groot is en mij nog menig stuk
bekend dat ik in onze vitrines zou wenschen te zien, kan toch het
bedoelde onderzoek ons vrij bevredigd laten.
verslagen en publicaties over de voornaamste geclasseerde bouwwerken
de belangstelling hiervoor wekken en de kennis hierover helpen ver-
meerderen.
Dergelijke uitgaven verschenen in Frankrijk sinds 18 55 (Archives
de la Commission des Monuments historiques, par ordre de S. K. Mr.
Achille Fould, Ministre d'État) en later in Duitschlatid, Oostenrijk enz.
De opgave der in Duitschland reeds verschenen inventarissen vindt
men in de «Denkmalpflcgc, ausk. Organ des Ministeriums« en het
«Beiblatt des Centralblatts der Bauverwaltung« 1899, Band I, p 23—26
en Band II, p, 24. In Nederland verschenen, behalve enkele detail-
studies, 2 afleveringen van Mededeelingen van de Rijksadviseurs voor
de monumenten van geschiedenis en kunst en sinds 1852 eene serie
Afbeeldingen van bestaande Gebouwen, uitgegeven door de M'i- tot
bevordering der Bouwkunst te Amsterdam.
De maatregelen ter bescherming der geclasseerde gebouwen te
nemen, bespreken wij in de volgende aflevering.
( Wordt vervolgd.)
J. C. OvERVOORDE.
Berichten over Nederlanclsche Musea.
Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst.
Aanwinsten.
Nu onlangs weer eenige belangrijke aankoopen de verzameling
van Delftsch aardewerk zijn komen verrijken, is het gewenscht na te
gaan op welke hoogte wij staan, welke waarde de verzameling heeft, als
representeerende het oude Nedcrlandschc fabrikaat. Want, aangezien
men betrekkelijk laat begonnen is Delftsch aardewerk voor het Neder-
landsch Museum aan te koopen en thans niet meer te kust en te keur
voor weinig geld de beste voorbeelden van alle soorten te bekomen
zijn, dient men er op uit te zijn, althans van de eerste fabrikanten een
goed werkstuk te krijgen, en is men bezorgd, door onvoldoende kennis
van zaken, de beschikbare penningen voor minder nuttige exemplaren
te besteden.
Ofschoon nu de verzameling niet groot is en mij nog menig stuk
bekend dat ik in onze vitrines zou wenschen te zien, kan toch het
bedoelde onderzoek ons vrij bevredigd laten.