DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:Obreen, H.: De thans bekende portretten van Jan van Wassenaer, laatste burggraf van Leiden, uit hat geslacht van dien naam
DOI Artikel:Tentoonstellingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0185
i78
van oorden van Gulden Vlies, Cappitain Generael des K. Ml in Wies-
landt. Anno 1521, '22 ende '23.«
Het stuk dagtcekant onmiskenbaar uit dien tijd en is in het bezit
van Jhr. Mr. H. A. Steengracht van Duivenvoorde op het huis Duiven-
voorde bij Voorschoten.
II. Kniestuk voorstellend Jan van Wassenaer in zwarte burger1
kleeding met een baret op en de ketting van het Gulden Vlies om; op
den achtergrond een landschap met een ruïne, een molen en een rivier.
Onderschrift in gotische letters zijn naam en sterfjaar vermeldend.
Gemeente-museum te Arnhem.
III. Kniestuk als voren en er bijna gelijk mee. Alleen de witte
opstaande kraag, bij het voorgaande met geborduurde bloemen belegd,
bij dit stuk versierd met de letters: «I. \V..< (Jan van Wassenaer?)
Achtergrond een landschap met een boom, waarbij ridders te paard.
Rij beiden heeft jan de keten van de Vlies-orde om.
Louvre-Museum. (Zie ('hronique des arts et de la curiosité 1901,
12 Januari, en Gazette des Beaux-arts 1899, deel 1, p. 373.)
Eerst onlangs heeft de heer L. Dimier te Valenciennes, met behulp
van een te Arras berustend': geteekende copie, ontdekt wien dit portret
voorstelde; vroeger heette het: **Le sire a la médaille de la Vierge
mère et a la toison-d'or.«
Heide laatste stukken moeten ook door een tijdgenoot gemaakt zijn.
Als merkwaardigheid zij nog vermeld, dat het sub II vermelde
het duidelijkste het litteeken aan de wang doet zien, hoewel dit bij de
anderen ook nog zeer goed waar te nemen is.
Deze drie schilderijen zullen gereproduceerd worden in het binnen-
kort bij het Genealogisch-Heraldisch archief te Scheveningen (dir. 1). G.
van Epen) te verschijnen werk van mijn hand: «Geschiedenis van het
geslacht van \Vassenaer.«
Leiden, Februari 1901. H. G. A Okreen.
Tentoonstellingen.
Door de Verceniging «Voor de KunsU< te Utrecht is de onder-
staande circulaire verspreid, waarop wij gaarne de aandacht vestigen.
«De Vereeniging heeft het plan opgevat om in het voorjaar van
1901 eene keuzetentoonstelling te houden van kunstvoorwerpen, in de
i6e, ije en i8e eeuwen uit edele metalen door Nederlanders ver-
vaardigd.
In aanmerking nemende dat de voortbrengselen van goud- en
van oorden van Gulden Vlies, Cappitain Generael des K. Ml in Wies-
landt. Anno 1521, '22 ende '23.«
Het stuk dagtcekant onmiskenbaar uit dien tijd en is in het bezit
van Jhr. Mr. H. A. Steengracht van Duivenvoorde op het huis Duiven-
voorde bij Voorschoten.
II. Kniestuk voorstellend Jan van Wassenaer in zwarte burger1
kleeding met een baret op en de ketting van het Gulden Vlies om; op
den achtergrond een landschap met een ruïne, een molen en een rivier.
Onderschrift in gotische letters zijn naam en sterfjaar vermeldend.
Gemeente-museum te Arnhem.
III. Kniestuk als voren en er bijna gelijk mee. Alleen de witte
opstaande kraag, bij het voorgaande met geborduurde bloemen belegd,
bij dit stuk versierd met de letters: «I. \V..< (Jan van Wassenaer?)
Achtergrond een landschap met een boom, waarbij ridders te paard.
Rij beiden heeft jan de keten van de Vlies-orde om.
Louvre-Museum. (Zie ('hronique des arts et de la curiosité 1901,
12 Januari, en Gazette des Beaux-arts 1899, deel 1, p. 373.)
Eerst onlangs heeft de heer L. Dimier te Valenciennes, met behulp
van een te Arras berustend': geteekende copie, ontdekt wien dit portret
voorstelde; vroeger heette het: **Le sire a la médaille de la Vierge
mère et a la toison-d'or.«
Heide laatste stukken moeten ook door een tijdgenoot gemaakt zijn.
Als merkwaardigheid zij nog vermeld, dat het sub II vermelde
het duidelijkste het litteeken aan de wang doet zien, hoewel dit bij de
anderen ook nog zeer goed waar te nemen is.
Deze drie schilderijen zullen gereproduceerd worden in het binnen-
kort bij het Genealogisch-Heraldisch archief te Scheveningen (dir. 1). G.
van Epen) te verschijnen werk van mijn hand: «Geschiedenis van het
geslacht van \Vassenaer.«
Leiden, Februari 1901. H. G. A Okreen.
Tentoonstellingen.
Door de Verceniging «Voor de KunsU< te Utrecht is de onder-
staande circulaire verspreid, waarop wij gaarne de aandacht vestigen.
«De Vereeniging heeft het plan opgevat om in het voorjaar van
1901 eene keuzetentoonstelling te houden van kunstvoorwerpen, in de
i6e, ije en i8e eeuwen uit edele metalen door Nederlanders ver-
vaardigd.
In aanmerking nemende dat de voortbrengselen van goud- en